Eeuwenoud gildeboek terug naar Boxtel
AlgemeenOp korte termijn komt een eeuwenoud gildeboek terug naar Boxtel. Donderdag 3 augustus ondertekende hoofdman Jacques Habraken van het gilde Sint-Barbara & Sint-Joris de schenkingsakte die werd opgesteld door de jonkvrouwen Jacoba en Maria van Rijckevorsel. Die gaven toestemming om de in 1762 herschreven 'caert' (statuten) en namenlijsten van het vroegere Sint-Jorisgilde, een van de vier voorlopers van de huidige schuts, uit Het Utrechts Archief te halen.
In 1996, bij de heroprichting van het Boxtelse gilde, was het registerboek van Sint-Joris al bekend. Dat was echter niet het enige gilde dat in Boxtel eertijds bestond, er waren nóg drie broederschappen. Alle vier werden ze in de laatste helft van de 19e eeuw opgeheven; de diverse bezittingen bleven niet in Boxtel. Ook het statutenboek met ledenlijsten van het vroegere Sint-Jorisgilde ging 'zwerven'. Totdat het document op enige moment werd verworven door jonkheer René van Rijckevorsel, destijds voorzitter van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS) en verwoed verzamelaar van gildeattributen.
De twee jonkvrouwen erfden, samen met drie broers, het gildeboek van hun in 1967 in Berlicum overleden vader René. Zij schenken de lederen band met perkamenten bladen aan de Boxtelse schuts op voorwaarde dat deze het in bewaring geeft bij museum MuBo. Daar heeft het gilde geen moeite mee, meldde hoofdman Habraken vorige week in de papieren editie van deze krant. Daarin is ook een uitgebreid artikel te lezen over de herkomst van caert, die is gebaseerd op een in 1528 opgesteld reglement.