WK-finale niet op de Markt: 'We kunnen openbare orde niet garanderen'

Gemeente Boxtel kan de openbare orde en veiligheid op de Markt niet garanderen als de WK-finale van het vrouwenvoetbal er op groot scherm wordt vertoond. Dat laat een woordvoerder weten in reactie op het artikel van gisteren over het initiatief van Boxtelaar Jordy van den Boer.

,,We vonden het een erg sympathiek idee. Dus we hebben gisteren gekeken naar hoe we hieraan mee kunnen werken als gemeente', aldus de woordvoerder. 

Echter, als de vertoning van de voetbalwedstrijd, waarin de Oranjeleeuwinnen het opnemen tegen de Verenigde Staten, zou plaatsvinden, verwachtte de gemeente veel mensen het centrumplein. ,,Daarvoor moet de politie ook capaciteit hebben, maar die was er simpelweg niet." En het was te kort dag om er alsnog een mouw aan te passen, aldus de woordvoerder: ,,In de regio vinden komend weekeinde allerlei evenementen plaats. Dan moet je denken aan We Are Electric op Velder. Maar ook Wish Outdoor in Beek en Donk en de kermis in Best worden komende dagen gehouden."Ook waarnemend burgemeester Fons Naterop vond het jammer, maar kon niet anders dan het advies overnemen van de politie, zegt de woordvoerder.

De WK-finale wordt weliswaar niet op de Markt vertoond, maar deze is wel te zien op groot scherm elders in de gemeente Boxtel. Namelijk op landgoed Velder tijdens, juist ja, We Are Electric.

Het nieuws over dit Boxtelse initiatief volgde na een artikel over het uitblijven van activiteiten op het opgeknapte centrumplein tijdens de zomerperiode: meer reuring is het toverwoord. Lees het artikel in Brabants Centrum van donderdag 4 juli: 'Het is oorverdovend stil op de Markt'

OP DE FOTO: Meer reuring op de Markt tijdens de zomerperiode is het devies. Het initiatief van inwoner en evenementenorganisator Jordy van den Boer was echter niet mogelijk om op korte termijn te regelen. Zijn plan de WK-finale van zondag, waarin de Oranjevrouwen het opnemen tegen de Verenigde Staten, op de Markt op groot scherm te laten zien, kon niet doorgaan. (Peter de Koning).