What's Up De Agterblijvers.
What's Up De Agterblijvers. Foto: Linda van de Wiel.

What’s Up, Agterblijvers?

Algemeen

Eindelijk ging de Kleine Indetrek zaterdag weer van start in Boxtel, dat tijdens carnaval wordt omgedoopt tot Eendengat. Na twee coronajaren hadden de aanwezige donseendjes wel weer zin in een feestje. Dit gold zeker ook voor Laura Hazenberg (12), Mirthe van Mourik (11), Lars Melis (12), Ruben Maas (12) én Lone Melis (9). Zij deden gehuld in knalroze kostuums mee aan de leutstoet.

Het thema van de kleine Eendentrek is dit jaar ‘55 jaar feesten als beesten’. Jullie zien er allemaal prachtig uit. Vertel eens over jullie act! Lars: ,,Het logo van onze club CV De Agterblijvers is een varken. Wij zijn daarom allemaal verkleed als varkens. En we hebben een modderpoel bij ons.” Ruben: ,,Want varkens rollen door de modder. Of door de poep.”
Hebben jullie al vaak meegedaan aan de Kleine Indetrek? Mirthe: ,,Voor mij is het de eerste keer.” Ruben: ,,Ik denk dat dit de derde keer is dat ik meeloop. Maar het is twee keer niet doorgegaan, dus ik weet het niet meer precies.” Lone: ,,Lars en ik lopen elk jaar mee.”
Waar hebben jullie het meest zin in vandaag? Lars: ,,Dat ik bekenden tegenkom. Ik heb al een paar kinderen gezien die ik ken. Dat vind ik kei leuk. En dat we een act opvoeren. Ik deed dat al eens eerder tijdens de avondvierdaagse, toen maakte ik muziek.” Laura: ,,Ik heb het meest zin in serpentines blazen.” Lone: ,,En ik vind het vooral leuk om mensen aan het lachen te maken. ik denk dat dit vandaag wel gaat lukken. We zijn heel grappig vind ik.”
En wat doen jullie de rest van carnaval? Laura: ,,Ik ga naar de Kwekpoel. Daar heb ik zin in.” Mirthe: ,,Ik ook!”. Lone: ,,Ik ga één avond naar de Kwekpoel. Daar komt StukTV en dat zijn heel bekende YouTubers. De bekendsten van Nederland. De andere dagen blijf ik lekker thuis. Waarom? Ik houd niet van harde muziek.” Lars: ,,Ik denk dat ik ook naar de Kwekpoel ga.” Ruben: ,,Ik vind de Kwekpoel kinderachtig. Ik ga lekker naar DuckOut. Dat wordt echt wel vet.” (Tekst en foto: Linda van de Wiel.)