Rinus Pomper zittend aan de hoek van de bar in Becoloth. Het leven op straat is niet makkelijk, maar kan tegelijkertijd schitterend zijn, weet de Boxtelaar.
Rinus Pomper zittend aan de hoek van de bar in Becoloth. Het leven op straat is niet makkelijk, maar kan tegelijkertijd schitterend zijn, weet de Boxtelaar. Foto: Peter de Koning.

RINUS POMPER EN ZIJN ONVERGETELIJKE ERVARING ALS DAKLOZE AAN DE SPAANSE KUST:

'Er is hulp, maar je moet er om durven vragen'

PÅL JANSEN


Rinus Pomper vluchtte tien jaar geleden naar Spanje. Driekwart jaar leefde de Boxtelaar er op straat maar hij keerde terug om zijn problemen onder ogen te zien. ,,Ik gun niemand het leven als dakloze. Maar, en het klinkt misschien een beetje raar, ik had er ook een schitterende tijd."

In mei 2012 was er paniek onder verschillende bezoekers van bar Becoloth. Hun maatje, Rinus, bleek spoorloos. Telefonisch, via mail, thuis: de Boxtelaar was onbereikbaar. Diens beste kompaan meldde het bij de politie. 

Wat zij niet wisten, was dat Rinus een enkeltje had geboekt naar Spanje. Hij liet alle sores achter zich om te leven van de lucht en onder de Catalaanse zon. ,,Waar zou ik naartoe kunnen waar ze me niet vinden?", dacht hij eenmaal aangekomen op Girona Airport. Rinus herinnerde zich een dartstoernooi in Calella waar hij zo'n tien jaar eerder aan meedeed. Een hotel was te duur, dus trok hij naar het veertig kilometer verderop liggende badplaatsje.


'Alcohol maakt meer kapot dan je lief is'


De Boxtelaar zat destijds financieel in de knel. Hij leende geld uit om iemand te helpen, intussen liepen zijn eigen rekeningen op. ,,Mijn grootste probleem was dat ik graag aardig gevonden wilde worden." Zijn toegeeflijkheid tegenover anderen bracht Rinus in zijn jonge jaren ook in de problemen. In de kroeg was hij niet alleen vanwege zijn amicale houding en humor een graag geziene gast; Rinus gaf vaak rondjes weg. Barrekeningen van tweehonderd gulden waren niet ongewoon. Ondertussen werd een gewenning een verslaving. Hij prees zich gelukkig met een bevriende taxichauffeuse die hem telkens naar huis bracht.

Na een stukgelopen relatie gooide hij het roer in 1994 rigoureus om: geen druppel meer. ,,Het is een cliché, maar wel waar: alcohol maakt echt meer kapot dan je lief is." Hij zocht hulp bij een praatgroep en zijn omgeving. ,,De barvrouwen van de Beco, toen onder de bezielende leiding van Wilma Voets-Ophof die helaas niet meer onder ons is, hebben toen ook erg geholpen: ze mochten mij niets meer schenken." 


'Ik wil een hele mooie schooier worden'


Pils werd fris of een kopje koffie, ook een glaasje champagne op oudejaarsavond werd ingeruild voor ginger ale. De samenwerking met het barpersoneel van Becoloth verliep in meerdere opzichten uitstekend. Tijdens een editie van het Schooiersbal in 1998 bijvoorbeeld: ,,Een verkiezing voor wie het best verkleed ging als zwerver. Een van de bardames kon heel goed schminken. 'Ik wil een hele mooie schooier worden', zei ik", gniffelt Rinus. 

Hij kreeg ook bier geschonken. ,,Ik was toen al vier jaar van de drank af: niemand herkende mij, al keken ze me recht in de ogen aan. Op een gegeven moment lag ik met een stapel wodkaflessen om mij heen in een hoekje, hahaha. Ja, ik had gewonnen. 'En je dronk de hele avond?', vroeg iemand. Jaha, maar die barvrouwen hadden mij natuurlijk stiekem alcoholvrij bier gegeven!" 

Na zesenhalf jaar 'droogte' pakte Rinus er eind 2000 toch maar eentje. ,,Tja, waarom? Ik had er die avond gewoon ontzettend veel zin in... Een Winterkoninckje weet ik nog. Daar heb ik heel de avond aan zitten nippen, heerlijk." 'Niet meer zonder kunnen' werd ingeruild voor 'proberen te genieten van een drankje'. Toch blijft hij op zijn hoede voor alcohol: ,,'t Is een stukje bagage dat ik voor altijd bij me draag."

Tijdens de Spaanse zomer van 2012 was het niet zo’n probleem om drank links te laten liggen. Uitdroging was een serieus gevaar onder de snikhete Catalaanse zon, wist Rinus. In Calella ontmoette hij Andreas. ,,Of-ie een shagje kon missen. We raakten aan de praat, ook hij bleek dakloos." 

De Duitser, een beer van een vent, nam Rinus onder zijn hoede. Het duo wandelde iedere avond naar een betonnen hutje op een heuvel enkele kilometers buiten de badplaats. ,,Zonder elektriciteit of water, maar wel droog." Ze hadden niets maar deelden alles. ,,Andreas werkte bij een souvenirwinkel voor een paar euro. Aan het einde van de dag legden we alles bij elkaar. Andreas leerde mij over het leven op straat. Om bij hotels te staan op bepaalde tijdstippen bijvoorbeeld. Voedsel dat overblijft, gaat met bakken tegelijk de vuilniscontainer in. Maar dat is nog gewoon prima in orde en vers."


'We kunnen geen kebab betalen? Wel!'


Hij kreeg er in Spanje nog een maatje bij: Spikey. Toen hij en Andreas de zwerfhond tegenkwamen op straat, liep de joekel op Rinus af: alsof de viervoeter bewust zijn beste vriend koos. De twee weken niet meer van elkaars zijde. Bijkomend voordeel: tijdens het bedelen bleken Rinus en de hond een gouden duo. ,,Ik heb die eerste dag met Spikey nog nooit zoveel geld verdiend op straat", lacht Rinus. ,,Ik gaf mijn eten weg aan de hond, dat vonden mensen prachtig. Ik kon er drie builen shag van halen en vroeg Andreas of hij zin had in een broodje kebab. 'We kunnen dat niet betalen', klonk het. Echt wel! Het was één groot feest. Door die tijd op straat heb ik beter leren relativeren: hebben we het hier slecht? Dan heb ik nog wel een verhaal…"


'Hé lul, voor ieder probleem is een oplossing'


De zomer- en herfstmaanden gingen voorbij, de winter was in aantocht. Andreas was intussen van de ene op de andere dag verdwenen: zoals het leven op straat gaat, was hij niemand verantwoording schuldig. Dus waarom de Duitser was vertrokken, blijft gissen voor Rinus. 

De Boxtelaar zocht met Spikey de warmte van de stad op. In Calella waren zij zowat de enige bedelaars, in Barcelona moesten zij concurreren met duizenden clochards. Veiliger was om bij een groepje te horen. ,,Maar ik moest eerst bewijzen dat ik voor mezelf kon zorgen voordat ik werd geaccepteerd." Een paar euro bij elkaar sprokkelen voor een stokbrood, aioli en een fles water; het was een dagtaak. ,,Ook moest je zorgen voor een stuk karton om op te slapen. Dikke tip: Philips-karton is veruit het beste spul, écht waar!"

Intussen bleef een bericht van zijn beste maat - Rinus had eerder contact gelegd in een internetcafé - rondspoken in het hoofd van de Boxtelaar. 'Hé lul, voor ieder probleem is er een oplossing. Kom naar huis'. ,,Er is hulp, maar je moet er wel om durven vragen", besefte Rinus, die zich vandaag de dag nog gelukkig prijst met alle hulp van vrienden. Het werd tijd om alles onder ogen te zien. Na een maand had hij genoeg centen bij elkaar gesprokkeld voor de terugreis. ,,Ik moest Spikey weggeven." Rinus valt stil. De tranen die tien jaar geleden voor het eerst vloeiden, zijn nog niet op. ,,Stom toch, hè..."

Op carnavalsdinsdag 12 februari 2013 keerde hij terug in Boxtel waar de gevoelstemperatuur dik onder nul lag. ,, Ik droeg een kapot rugzakje, hemdje en een korte broek." Rinus liep in zijn teenslippers door de sneeuw naar Becoloth. Een stortvloed aan vragen van uitbater Martijn Voets volgde. Zijn humor was-ie niet verleerd: op de vraag waar hij zou blijven slapen, antwoordde Rinus droog: ,,Weet je waar ik ergens Philips-karton kan vinden?"

Vanzelfsprekend kon Rinus blijven overnachten bij Voets. Daarna zocht hij hulp 't Inloopschip in Den Bosch. De regels van de maatschappelijke opvang boden hem structuur, met schuldhulpverlening werden de financiën onder controle gebracht. Na iets meer dan een jaar solliciteerde Rinus bij Weener XL, het sociale werkbedrijf van Den Bosch. 


'Ik ben nu pleeduiker van beroep'


,,Zo kwam ik bij De Schoonmaakcoöperatie in Vught terecht. Daar werk ik nog steeds. Sommigen zeggen dat ze interieurverzorger zijn. Maar ik ben gewoon pleeduiker van beroep." Het is een geintje met een boodschap: ,,Ik wil mezelf niet anders voordoen. Mensen moeten mij nemen zoals ik ben."

Hij heeft al enkele jaren zijn eigen stekkie in Boxtel dankzij woonstichting Joost. Het leven op straat raadt Rinus niemand aan, toch kijkt hij er met enige weemoed op terug. ,,Ik voelde me vrij van verplichtingen en het leven bleek simpel: ik was vooral bezig om voldoende water binnen te krijgen. En natuurlijk met het vinden van Philips-karton..."


Rinus die een scherts uithaald in hilarisch kostuum met een fles drank in zijn handen voorafgaand aan het Schooiersbal georganiseerd door bar Becoloth in 1998.