Afbeelding
Foto: Peter de Koning

Vrije Tribune: Hufterig rijgedrag, kort lontje

Algemeen Verkeer & Infrastructuur (c) Centrum-Breukelen (c) Nieuws (c)

Door: Gerda Brouwer

Zomaar een donderdag in augustus. Ik wandel met mijn hond op het eerste stuk van de Kromakker. De Kromakker is een, met wat grint verhard, smal zandpad. In de verte hoor ik het rinkelen van het spoor. De overweg is dicht. Uit de bocht komt een auto met flinke snelheid. Even overweeg iets terug te lopen naar een stukje waar meer ruimte is, maar dat ga ik niet halen. Mijn hond weegt zeventig kilo en is niet snel te verplaatsen. Bovendien schrikt hij van ronkende motoren en kan in paniek mij zo de sloot in trekken.

Ik kan geen kant op. Ik gebaar, wijzend op mijn hond, dat de bestuurder de snelheid moet matigen. Dat gebeurt niet. Ik schiet de berm in. De auto stopt ter hoogte van mij. De bestuurder, een dertiger, begint woest naar mij te schreeuwen en wild te gebaren. Ik roep: ‘Rustig, rustig nou’. Dan spurt hij weg, met knisperend grint onder de banden. 

Ik rijd met de fiets naar het centrum. Komend van de Van Hornstraat rijd ik de Breukelsestraat in. De weg is leeg, behalve een fietser die ik verderop links inhaal. Bij de kruising met de Parallelweg Noord zie ik twee auto’s van rechts komen. Ik besluit te wachten. Beide auto’s geven aan de straat te willen inrijden. Oeps, denk ik, is er wel voldoende ruimte voor ze om mij te passeren? Voordat ik mijn fiets kan verplaatsen, draait de eerste auto met wijde boog om mij heen en rijdt de straat in. De tweede auto neemt een scherpe bocht, komt pal op mij af. Ik roep ‘Kijk uit’. De auto stopt. De bestuurder, een dertiger, draait het raam open, schreeuwt woedend dat ik de weg moet vrij maken en rijdt door. 

Toen ik mijn rijbewijs haalde in de jaren zeventig, heb ik geleerd doortastend te rijden, maar ook het belang van hoffelijk rijgedrag, ruimte geven en anticiperen. Deze twee heren met hufterig rijgedrag en kort lontje, kennelijk niet. En dat zou wel moeten, ook in Boxtel.