Vion-schoorsteen van veertig meter waarschijnlijk zinloos
Bedrijven die met het verhogen van de schoorsteen het geurprobleem willen oplossen komen in praktijk vaak bedrogen uit. Neem slibverwerkingsbedrijf GMB in Zutphen. Een pijp van 85 meter hoog was zelfs niet afdoende en wordt verhoogd naar 125 meter. In Delden en Renkum hetzelfde: ook daar hoge schoorstenen en toch nog geurproblemen. Vion denkt met een schoorsteen van slechts 40 meter het geurprobleem te kunnen oplossen, althans, dat zouden de berekeningen in het geurrapport aantonen. Een nog hogere schoorsteen zou nauwelijks extra effecten hebben is de redenering in het geurrapport.
Dit riep bij mij de vraag op: hoe kan dat nou? Zijn de modelberekeningen wel correct uitgevoerd? Dit gebeurt met het Nieuw Nationaal Model II (NNM II), Het onderstaande plaatje (bron: Rijkswaterstaat) uit dit model maakt het wat duidelijker. De schoorsteen moet zo hoog zijn dat deze boven de turbulente zone uitsteekt en de rookpluim een flinke afstand kan afleggen. Is de schoorsteen te kort, dan komt de stankpluim te vroeg in de turbulente zone of verlaat deze niet eens en wordt de stank hoogstens over een groter woongebied verspreid.
Die turbulente zone hangt af van de hoogte en omvang van nabijgelegen bebouwing en begroeiing. Dit wordt vertaald in een zogenaamde 'ruwheidslengte'. In het geurrapport is gerekend met een ruwheidslengte van 0,49. Denk daarbij aan een gebied met grote open plekken met enkele huizen/bomen tot hoogstens vijf meter. Het centrum van Boxtel is echter dicht bebouwd met hogere huizen en op Stapelen staan eeuwenoude hoge bomen. Volgens NNM II heb je het dan over een ruwheidslengte van 1 tot 2.
Dit leidt tot heel andere uitkomsten en conclusies. Namelijk, dat er een veel hogere schoorsteen nodig is om het gewenste effect te bereiken, 75 tot 100 meter of hoger. Een 40 meter hoge schoorsteen is hoogstwaarschijnlijk zinloos en leidt ertoe dat het ook in Boxtel-Oost en op Selissen gaat stinken. Vion zal echt werk moeten maken van sanering van geurbronnen en goede luchtzuivering. Bij de Omgevingsdienst en gemeente zal men dit zeker ook in de gaten hebben, alvorens men een vergunning afgeeft.
JOOST VAN DER PLUIJM
