Sloop huurhuizen Breukelen roept vragen op in de buurt
Naar aanleiding van berichten in de media over afbraakwoningen in Breukelen het volgende. Ik woon aan de Jan van Brabantstraat 6 en mijn huurhuis wordt niet gesloopt omdat ik onder één kap woon met buren die een koopwoning hebben. Dit geldt voor meer woningen in onze buurt.
Via een brief die woonstichting Joost liet bezorgen zouden de volgende verbeteringen aan mijn huis worden gedaan: spouwmuurisolatie en dubbel glas; kierdichtingen; volspuiten kruipruimtes met isolatiemateriaal; elektrische installaties aanpassen aan huidige veiligheidseisen; overige noodzakelijke werkzaamheden. Voor alle duidelijkheid: voor de keuken, badkamer en toilet geldt dat deze niet automatisch worden aangepakt. Deze worden alleen onderhouden of gerepareerd. Mochten er bij nader onderzoek ernstige gebreken worden geconstateerd, dan wordt een uitgebreidere aanpak heroverwogen.
Maar hoe moet het dan met het onderhoud? Volgens Joost voldoen de woningen niet meer aan de huidige standaard. Zelfs na een grondige renovatie zou het wooncomfort voor de huurders benedenmaats blijven. Daarnaast lost een renovatie de problemen aan de fundering van de woningen niet op. Door te slopen en opnieuw te bouwen, kunnen er meer huizen worden gebouwd dan de huidige dertig. Een groot voordeel gezien de woningnood, aldus de woonstichting. Op basis van bevolkingsprognoses, het stenig karakter van de huizen en de grote tuinen passen de woningen ook niet meer bij de verwachte toekomstige woonwensen.
Zijn bovenstaande beweringen uit de losse pols of hangt er ook een technisch bouwrapport aan dat dit bevestigt? Naar aanleiding van al deze opmerkingen vraag ik mij dus af of mijn woning met alle ongemakken wat wooncomfort betreft nog wel dusdanig kan worden gerenoveerd en of de fundering, ook gezien de aangrenzende gekochte woningen, wel kan worden aangepast. Volgens Joost hebben onze huizen hun langste levensduur gehad, niet alleen qua staat, maar ook qua constructie. Van dak tot fundering.
Wat zullen de bewoners van de koophuizen wel niet denken van dergelijke opmerkingen aangaande. De gekochte twee-onder-een-kaphuizen worden bij verkoop ingezet op ruim drie ton. Veel geld voor huizen die hun langste levensduur hebben gehad, zowel qua staat, als constructie.
TONNY VAN ESCH