Veehouder Tiny van de Vleuten uit Gemonde bouwt zijn bedrijf af en gaat verder in de houtsector.
Veehouder Tiny van de Vleuten uit Gemonde bouwt zijn bedrijf af en gaat verder in de houtsector. Foto: Hans van Doorn

TINY VAN DE VLEUTEN STAPT OVER VAN KALVEREN NAAR HOUT

'De mooiste boom is vierkant'

RENS VAN DEN ELSEN

Als je een kans ziet, moet je hem grijpen. Die vlieger gaat vaak op, maar zeker in het boerenleven. Tiny van de Vleuten uit Gemonde stuitte tweeënhalf jaar geleden bij toeval op de mogelijkheden van de houtindustrie en stapte als ketenpartner in bij Peppelhout. Hoewel hij nog steeds vleeskalveren houdt, bouwt hij zijn veebedrijf langzaam af. Hij kan het zijn collega-boeren aanraden.

Van de Vleuten steekt zijn mening over het boerenbestaan in de huidige maatschappij niet onder stoelen of banken. De sector wordt steeds verder uitgeknepen en nog maar weinig mensen zien wat een agrariër voor werk verzet voor er eten op de borden ligt. ,,We moeten steeds meer investeren om aan alle eisen te voldoen. En als we klaar zijn, komen ze weer met nieuwe eisen." Met 'ze' doelt de Gemondenaar op 'de hoge heren in Den Haag' en Europa. Hij geeft als voorbeeld de golfplaatdaken op zijn stallen. ,,Dat was vroeger allemaal asbest, dat moesten we gebruiken. Nu moet het er weer vanaf, maar niemand wil die rotzooi hebben."

TERUGVERDIENEN?

In 2028 zou Van de Vleuten zijn stallen weer up-to-date moeten hebben, maar dat betekent voor hem een investering van ruim drie ton. ,,Hoe ga ik die op mijn 63e nog terugverdienen? Wil ik er iets aan overhouden dan zou ik moeten opschalen naar 1.200 kalveren of meer. Dat is in mijn eentje niet te doen. Daarbij werk ik al sinds mijn veertiende zeven dagen in de week, het wordt wel eens tijd om daar eens wat minder mee bezig te zijn lijkt me."

Tijd dus om uit te zoeken of hij ook een andere weg in kon slaan. Geen vee meer, maar nog wel iets waar hij zijn schuren en stallen op zijn terrein voor kan gebruiken. Platstoten is immers ook zonde. Min of meer per toeval kwam Van de Vleuten via zijn achterbuurman in contact met de familie Van Boeckel. ,,Ik houd wel van een beetje hobbyen met hout, wat dingen maken en zo. Toen ik op een dag bij mijn achterbuurman binnen kwam, zag ik allemaal planken liggen. De meesten kromgetrokken. Ik dacht: 'dat kan ik beter'. Dus ben ik me gaan verdiepen in de mogelijkheden en leerde Frans van Boeckel van landgoed Velder in Liempde kennen."

Vanaf dat moment ging het balletje rollen. Samen met Job Wittens is Van Boeckel, tevens populierenspecialist, betrokken bij het vermarkten van populierenhout uit de regio voor toepassing in de bouw, onder de naam Peppelhout. Zij misten nog een plek om het hout te sorteren en op te slaan zodat het kan drogen. De stallen van Van de Vleuten boden hen die mogelijkheid, want er is genoeg ruimte en ze zijn goed geventileerd.

DROGEN

De Gemondenaar krijgt van Peppelhout gezaagde planken aangeleverd. Die sorteert hij op kwaliteit en maakt ze op lengte. ,,Niet iedere boom is perfect, tenzij ze vierkant zijn, maar dat bestaat niet. Dus als er knoesten of scheuren in zitten leg ik ze apart, die gebruiken we dan weer ergens anders voor of ik maak er aanmaakhoutjes van. In twee van de vijf stallen leg ik de planken zo te drogen dat de wind er goed doorheen kan. Zo hoeft het hout niet meer zo lang de droogkamer in, wat weer enorm scheelt in de verbruikskosten", legt Van de Vleuten uit.

Op dit moment verwerkt hij zo'n veertig kuub per maand aan populierenhout op zijn erf. Hij hoopt dat de markt nog flink gaat groeien, zodat hij over enkele jaren helemaal geen kalveren meer hoeft te houden om rond te komen. De stallen waar de beesten nu nog in staan zijn prima te gebruiken als droogruimte, laat hij zien. ,,En het kost me geen bakken met geld om ze om te bouwen."

STREEKPRODUCT

Het enige waar hij nog wel tegenaan loopt is het bestemmingsplan. Dat moet door de overstap van vee naar hout worden aangepast. Daarvoor deed Van de Vleuten een aanvraag bij VABimpuls, een subsidieregeling vanuit de provincie die agrarische ondernemers helpt om hun stallen een tweede leven te geven. De plannen van de Gemondenaar liggen nu bij de gemeente Sint-Michielsgestel.

Voor Van de Vleuten is het simpel: ,,Als Job en Frans dit op een industrieterrein moesten gaan doen, dan is het hout voor niemand meer te betalen. Ik heb de ruimte, dus waarom niet gewoon op een boerenerf? Uiteindelijk willen we er natuurlijk allemaal iets aan overhouden, zodat er steeds weer nieuwe populieren worden geplant. Dan blijft het populierenhout ook nog eens echt een streekproduct."

En vooral van dat laatste is Van de Vleuten erg gecharmeerd. Waarom met tropisch hardhout werken als je ook bomen uit de regio kunt gebruiken, vraagt hij zich af. Met dit project houdt hij niet alleen zijn bedrijf in leven, ook het herkenbare populierengebied blijft in stand. ,,Ik wil dit werk doorgeven aan de volgende generatie. Of aan mijn kinderen, of aan anderen.”


p Tiny van de Vleuten sorteert de planken van populierenhout die hij van Peppelhout ontvangt op kwaliteit en zaagt ze op lengte. In de toekomst hoopt hij zich hier helemaal op toe te kunnen leggen. (Foto: Hans van Doorn).


Slechtvalken met kuikens

Het slechtvalkenpaar dat in een nestkast in de Liempdse Sint-Jansonthoofdingkerk huist, heeft vier kuikens. De jongen kropen deze week uit het ei.

Er broeden al een aantal jaren slechtvalken in de toren. Bijzonder is dat het hele broedproces en het voeren van de kuikens online te volgen is, er hangt namelijk een webcam in de nestkast. Zo'n 350 mensen volgen het wel en wee van de razendsnelle roofvogels.