Marc Cleutjens in boerenkiel tijdens carnaval 1969. (Foto: eigen collectie).
Marc Cleutjens in boerenkiel tijdens carnaval 1969. (Foto: eigen collectie). Foto: eigen collectie

Hossen als een harmonica…


MARC CLEUTJENS

Maandag 5 maart 1973. Trillend van de zenuwen sta ik op de deinende plankenvloer van feesttent Open Hof op het Breukelsplein, samen met mijn vader, mijn moeder en natuurlijk mijn zusje. Dan is het zover: ‘De derde prijs is voor Marc van de Zonnehoekschool!’. Ik word op het podium gehesen en neem mijn prijs in ontvangst. Trots!

Een paar dagen eerder was bij huize Cleutjens een brief afgeleverd van de Stichting Openbaar Carnaval. Daarin stond het zwart op wit: ‘Uw zoon Marc heeft de derde prijs gewonnen in een tekenwedstrijd’. En: ‘Voor de prijsuitreiking door Prins Randero I zouden wij graag zien dat hij maandag 5 maart om half twee in de carnavalstent op het kermisterrein aanwezig is’, schrijft SOC-secretaris Ph. Jansen. Met waggelgroeten natuurlijk…

BOERENKIEL

Geloof het of niet, carnaval is me met de paplepel ingegoten. Als baby was ik present bij het vertrek van de Grote Eendentrek op de Baandervrouwenlaan. Ja, echt waar, in Selissen! En een paar jaar later duikt in een van mijn plakboeken een foto op waarop ik een boerenkieltje draag waarop een Boxtelse eend is gestikt. ‘Een echte Keistamper in Eendengat’ schreef mijn vader eronder. Waarvan akte.

Het is carnaval 1969, ik poseer aan de salontafel met daarop een Perzisch kleedje, een boekje van Dick Bruna (‘Het Vogeltje’) en prentenboeken van Pinocchio en Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen. Een lege glazen asbak - logisch, bij ons thuis rookte niemand. Het heeft gesneeuwd; op de dakpannen van de huizen aan de Poolsestraat ontdek ik een dun laagje sneeuw.

ARM IN ARM

Carnaval. Ik denk terug aan de jaren dat we met iedereen uit de buurt naar Open Hof gingen. In elke straat sloten meer kinderen zich aan. Van Randerodestraat, Maria Theresiastraat, Het Schild, Sint-Willibrordstraat en Sint-Severusstraat. Arm in arm, hossend door de straten, op weg naar ‘De Tent’, de hele middag springen op de houten vloer. En uitbundig hossen!

Over dat hossen: dat deden we meestal in een grote kring die als een harmonica bewoog. Bij het in elkaar schuiven, hoopte je dat je uitkwam bij dat ene meisje waarop je heimelijk verliefd was. Even in haar ogen kijken en hup, weer door. Blozen natuurlijk. En hopen op een volgende keer.

VIJF DAGEN UITGAAN

Carnaval werd later een excuus voor vijf dagen (en nachten) op stap te gaan. Eerst het Schooiersbal, daarna richting Blurptent en swingen op muziek van Depeche Mode, U2 en zelfs The Cure, toch niet echt een feestband. Of naar Le Temps Perdu (toen nog aan de Rechterstraat) waar de 12”-versie van James Browns ‘Get Up (I Feel Like Being a) Sex Machine’ elk uur klonk. ‘Bobby! Should I take 'em to the bridge?’

Nu het carnaval nadert en het overal stil blijft op straat, denk ik even terug aan Open Hof. Ik herinner me de bomvolle tent, de ferme handdruk van prins Randero I en de dansmariekes. Maar wat die derde prijs was? Dat ben ik vergeten…

Carnaval 1973: Prins Randero I (Jan van Horen) verlaat feesttent Open Hof op het Breukelsplein. (Foto: Jan van Oploo, Beeldbank Boxtel).