,,Ik wil dat er meer aandacht komt voor het doneren van een orgaan terwijl je nog leeft. Maar ook om orgaandonatie na overlijden te promoten”, stelt Robin Heindijk.
,,Ik wil dat er meer aandacht komt voor het doneren van een orgaan terwijl je nog leeft. Maar ook om orgaandonatie na overlijden te promoten”, stelt Robin Heindijk. Foto: Peter de Koning

ROBIN HEINDIJK UIT BOXTEL DONEERT EEN NIER AAN EEN VREEMDE

‘Iedereen heeft recht op een gezond lijf’

‘Lieve allemaal,

Ik ben op zoek naar iemand die mij een nier wil geven. Voor info en vragen kun je me een DM sturen. Retweet = lief’








Goed doen voor een ander. Velen kiezen daarvoor door vrijwilligerswerk te doen of te fungeren als mantelzorger. Robin Heindijk (34) uit Boxtel gaat voor een andere en vooral ingrijpender manier. Hij doneert zijn nier aan een vreemde. ,,Waarom ik dit grote gebaar maak? We leven in een maatschappij waarin iedereen neemt. Maar iets teruggeven. Dát is pas mooi.”
Hij zag de oproep op het socialmediakanaal Twitter op 15 februari voorbij komen. Twee dagen later besloot Robin contact op te nemen met Jeanette, de vrouw die de oproep plaatste. ,,Ik ben al sinds mijn jonge jaren orgaandonor en het bericht raakte me. Ik had al vaker verhalen gelezen van en over mensen die tijdens hun leven een orgaan doneren en haar vraag liet me niet los. Want ik vind oprecht dat iedereen recht heeft op een gezond lijf.”
Toen Robin op 17 februari om 13.52 uur reageerde op de tweet van Jeanette, werden al snel contactgegevens uitgewisseld. ,,We spraken elkaar meerdere malen telefonisch en voelden allebei meteen een klik. Jeanette vertelde over haar leven en haar falende nieren. Ze vertelde ook dat haar man geen nier kan doneren omdat hij diabetes heeft.”


‘Sommigen noemen me zelfs een held, maar dat ben ik zeker niet’

VERTROUWEN
Het verhaal van Jeanette raakte Robin. Toch wilde hij serieus en uitgebreid nadenken over de donatie. Hier nam hij vijf maanden de tijd voor. Een periode waarin hij veel peinsde en met mensen sprak. ,,Het is een ingrijpende beslissing. Ik geef een deel van mijn lichaam weg en er kleven, weliswaar kleine, risico’s aan de ingreep.”
Welke risico’s Robin loopt, weet hij niet precies. ,,Ik weet dat ze klein zijn en uit fysiek onderzoek is gebleken dat ik, op een ruis in mijn hart na, gezond ben. En eerlijk is eerlijk, ik wil niet veel nadenken over de risico’s, dan word ik gek. Wel weet ik dat de ingreep ongeveer drie uur duurt en dat een operatie altijd pittig is. Maar ik heb er vertrouwen in. Ik overleef het echt wel”, lacht hij.
Robin werd ook onderzocht door een psycholoog. ,,Uit de tests die ik deed, werd duidelijk dat ik ook mentaal sterk genoeg ben voor de ingreep.” Hij legt uit: ,,Het komt voor dat donoren achteraf psychische klachten krijgen, maar dat gebeurt waarschijnlijk niet bij mij. Bovendien heb ik een goed netwerk om me heen.”
Het netwerk van Robin bestaat onder meer uit zijn moeder: ,,Zij schrok enorm toen ik haar vertelde wat ik ging doen. Inmiddels is ze een beetje aan het idee gewend. Ze heeft Jeanette ook ontmoet en is een keer mee naar een afspraak in het ziekenhuis geweest. Maar ze ziet liever dat ik het niet doe. En dat snap ik ook, ze is mijn moeder.”


NOBEL
Robins zus vindt het vooral heel nobel wat hij doet: ,,Al zou ze het zelf alleen voor een naast familielid doen”, aldus de Boxtelaar. En hoewel hij volledig achter zijn keuze staat, denkt hij er nog steeds veel over na: ,,Ik ben een gezonde, jonge man met een prima leefpatroon dus ik hoef niets extra’s te doen of te laten. Maar ja, de aanstaande donatie houdt me dagelijks bezig. Ik ben via een forum in contact gekomen met een vrouw die ook een nier gedoneerd heeft. Het is fijn om met iemand te praten die in zelfde soort situatie als ik zit.”
De meeste bekenden reageren volgens Robin positief op zijn keuze: ,,Sommigen noemen me zelfs een held, maar dat ben ik zeker niet. Ook ben ik geïnterviewd door Omroep Brabant en de landelijke radiostations Radio 1 en Radio 2. Wat voor gevoel me al deze media-aandacht geeft? Ik voel me er een beetje ongemakkelijk bij eerlijk gezegd.”
Toch helpt de publiciteit hem bij het doel dat hij wil verwezenlijken: ,,Ik wil dat er meer aandacht komt voor het doneren van een orgaan terwijl je nog leeft. Maar ook om orgaandonatie na overlijden te promoten”, stelt Robin. ,,Sterker nog, ik sta er heel scherp in. Ik vind dat je alleen een orgaan van een ander mag krijgen, als je zelf ook orgaandonor bent. Ik weet dat dit een controversiële mening is, maar ik sta er volledig achter en durf dat ook op sociale media te verkondigen.”
En dat doet Robin ook, hoewel de reacties niet allemaal positief zijn. ,,Dat hoort erbij. Ik ben trouwens wel blij dat de donorwet er inmiddels is. Die zorgt voor veel nieuwe donoren.”


VERJAARDAG
Terug naar Robin en Jeanette. Halverwege juli ontmoette het tweetal elkaar voor het eerst in levenden lijve. Onderzocht werd of de nier matcht. En dat bleek het geval: ,,Dat was in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Ons treffen voelde meteen heel vertrouwd. We praatten natuurlijk over de aankomende donatie, maar kletsten ook veel over koetjes en kalfjes. Het was eigenlijk helemaal niet emotioneel maar juist heel gezellig.”
Sinds die keer bezoekt Robin Jeanette steeds als hij naar het ziekenhuis gaat. ,,Mijn hele lijf is doorgelicht, dus ik ben met regelmaat in het Erasmus te vinden. Jeanette woont daar in de buurt dus na elk ziekenhuisbezoek ga ik even langs voor een bak koffie.”
Ook na de donatie, die nog niet gepland is, willen Robin en Jeanette contact blijven houden. ,,Ik wil en zal nooit iets van haar terug verwachten, maar het is heel wat, een nier aan een vreemde geven. We willen de verjaardag van de donatie dan ook vieren. Dus eens per jaar blijven we elkaar sowieso zien...”