Afbeelding
Foto: Linda van de Wiel

What’s Up, Lucas?

Steeds meer kinderen doen aan freerunning of parkour. Bij deze sport maken sportievelingen letterlijk gebruik van wat ze op hun pad tegen komen en wordt bijvoorbeeld over daken gerend. Lucas Snellaars (9) doet het op een veilige manier: in de gymzaal. Maar stoer is hij zeker.

Wat een coole sport is freerunning. Wat doe je dan allemaal? ,,Ik ben veel aan het oefenen op jumpen. Dit betekent springen van het ene naar het andere voorwerp. In de sporthal in Vught, waar ik dit doe, spring ik vaak van kast naar kast. Verder oefenen we kunstjes op een AirTrack. Dat is een soort opblaasbare trampoline.”

Hoe lang doe je al aan deze sport? ,,Ik ben pas begonnen, maar ik oefen heel vaak. Niet alleen in de gymzaal, maar ook met mijn vriendje buiten op het gras. Soms maak ik zelf ook een parcours en spring ik over dingen heen. Toen ik dat aan mijn andere vriendjes vertelde, vonden ze het allemaal heel cool. Er zijn nu meer kinderen die willen leren freerunnen.”

Wat vind je er zo leuk aan? ,,Ik vind het een heel stoere sport. Of er meisjes in mijn groep zitten? Jawel, een paar. Die zijn niet stoer trouwens. De jongens zijn dat wél allemaal. Je wordt er ook heel sterk van, vooral je arm- en je beenspieren. En de spieren van je handen.”

Wat heb je al geleerd? ,,Ik ben heel goed in het maken van een salto. Wel de voorwaartse salto. En in de zijwaartse ben ik ook al heel goed. Ik oefen die ook gewoon buiten. Het liefst in het zand, want dan val ik niet zo hard.”

Wat wil je nog leren? ,,De backflip. Dat is de salto achterover. En ook de cork. Deze truc lijkt op de schroef. Freerunning lijkt een beetje op turnen. Je mag aan allerlei dingen hangen. Maar het springen is ook cool en dat hoort daar weer niet bij.”

Wie is je grote sportvoorbeeld? ,,Dat is Boaz. Hij is een bekende YouTuber die aan freerunning doet. Hij is er heel goed in. Hij springt van dak naar dak. Hij lijkt wel op een hulpsinterklaas.”


u Lucas Snellaars oefent het liefst buiten zijn salto's, maar dan wel op zand zodat hij niet zo hard valt. (Tekst en foto: Linda van de Wiel).