LEO EN CARLA BLIJ VERRAST OVER HET SCHRIJVEN VAN HUN VADER WIM DE KORT
Boxtelse oorlogsbrief duikt op in Canada
HENK VAN WEERT
Een Canadese militair kreeg in de Tweede Wereldoorlog een koperen tafelbelletje cadeau nadat hij enkele dagen ingekwartierd was bij een Boxtels gezin. Sergeant Harry Conners is al in 1986 overleden, maar diens zoon Tom zou het aandenken graag teruggeven aan de schenkers. Dankzij een recent opgedoken brief van wijlen Wim de Kort (1919-1985) lijkt dat te gaan lukken. Diens zoon Leo de Kort en zijn zus Carla van der Zanden zijn verrast over het bericht uit Canada...
Tom Conners (1947) was al jaren in bezit van een koperen tafelbelletje, dat eerder jarenlang in de huiskamer van zijn ouders stond. Conners' vader Harry bracht het belletje mee na terugkeer uit de Tweede Wereldoorlog en kreeg het in Boxtel.
De militairen maakten deel uit van de Royal Hamilton Light Infantry (RHLI), die op doortocht was naar het front. Het merendeel van hen sliep rond de jaarwisseling 1944-1945 enkele nachten in het Ursulaklooster aan de Baroniestraat, maar voor de C-compagnie was daar geen plek. En dus werden soldaten van die eenheid ingekwartierd bij burgers. Ook Harry.
'Nooit iets over
ingekwartierde
soldaten gehoord'
Een naam van het gezin waar zijn vader logeerde en dat het miniatuurwindmolentje bij het afscheid schonk, was bij Conners jr. niet bekend. Dus deed hij drie maanden geleden een oproep via deze krant in de hoop dat lezers het verhaal zouden herkennen. En hem vervolgens in contact te kunnen komen met nazaten van de schenkers. Omdat het 75 jaar na dato is, gaf de Canadees op voorhand aan dat de kans klein was dat zijn zoektocht iets op zou leveren. Toch wilde hij het proberen. Tevergeefs, niemand reageerde.
Drie weken geleden nam Conners opnieuw contact op met de redactie. Tussen oude foto's en paperassen van zijn ouders had hij een brief aangetroffen. Verzonden op 8 maart 1945 vanuit... Boxtel. Als afzender stond op de achterkant van de envelop: W.J. de Kort, v. Osch en v. L.str. 18, Boxtel. De afgekorte straatnaam verwijst naar de Van Osch en Van Leeuwenstraat, tegenwoordig kortweg Van Leeuwenstraat.
Een zoektocht langs hedendaagse Boxtelaren met de familienaam De Kort leidde naar Leo. Die herkende het handschrift van zijn vader, Wim de Kort. Samen met zijn oudste zus Carla schoof hij deze week aan tafel voor een interview. ,,Ik had het artikel wel gelezen, maar nooit de link gelegd met onze familie. Een verhaal over ingekwartierde soldaten heb ik nooit gehoord", vertelt hij. Carla valt hem bij. ,,Nee, compleet onbekend. Wel heel leuk om te horen overigens."
Wim de Kort geeft in zijn brief aan dat het niet meeviel om die te versturen. Boxtel was weliswaar eind oktober 1944 bevrijd, maar boven de rivieren duurde de oorlog nog voort. Het schrijven is, getuige de vondst, toch bij Harry Conners terechtgekomen. Maar niet nadat de inhoud was gecontroleerd door de Nederlandse censuurdienst. In het schrijven informeert De Kort onder meer naar de gezondheidstoestand van Harry (die hij overigens Henri noemt) en van Douglas. Waarschijnlijk de voornaam van een andere militair die ook bij het gezin logeerde. Bovendien biedt hij aan dat de twee soldaten altijd een bed en onderdak bij de Boxtelse familie zullen vinden indien ze ooit nog eens deze kant uit zouden komen.
Uit militaire annalen maakte Tom Conners op dat het Boxtelse gezin aan de Prins Bernhardstraat zou hebben gewoond. Er wordt immers beschreven dat inkwartiering plaatsvond in woningen aan een straat die uitkwam op een groot klooster (Sint-Ursula dus) waar de andere soldaten overnachtten. Leo en Carla vertellen dat hun grootouders niet aan de Prins Bernhardstraat woonden, maar om de hoek aan de Baroniestraat, richting Molenstraat. Het ligt voor de hand dat de militairen dus bij opa en oma De Kort hebben geslapen. Toch zijn broer en zus daar nog niet zo zeker van.
Carla en Leo twijfelen aan het overnachtingsadres vanwege het feit dat hun vader Wim in zijn brief de groeten overbrengt van 'Papa, Mama, Lies, Jo en Gerard and little Carla'. ,,Die laatste ben ik natuurlijk. Ik was enkele maanden oud tijdens de inkwartiering", aldus Carla. Ze vervolgt: ,,Als onze vader over zijn eigen ouders sprak, had hij het nooit over papa en mama. Die termen gebruikte hij steevast voor zijn schoonouders, opa en oma Van der Elst. Bovendien noemt hij Jo, de zus van mijn moeder Lies, en haar vriend/echtgenoot Gerard van den Braak, die een kapsalon had aan de Breukelsestraat." Leo knikt bevestigend: ,,Wij denken dus dat de militairen geslapen hebben bij de familie Van der Elst aan de Van Osch en Van Leeuwenstraat, waar vader en moeder inwoonden na hun huwelijk." Navraag bij de familie Van der Elst leverde geen nieuwe informatie op, zo meldde Leo gisteravond.
Hoe het ook zij: Carla en Leo, maar ook hun broers en zussen, vinden het maar wát leuk dat de brief die hun vader 75 jaar geleden schreef, boven water is gekomen. ,,Wij weten niets over de familiegeschiedenis van die tijd. Bij ons thuis werd nauwelijks over de oorlogsjaren gesproken." Nu navraag doen bij hun ouders is niet meer mogelijk. ,,Mijn moeder overleed eind 1948, in het kraambed van haar derde kind", weet Carla. Leo: ,,Ja, en onze vader is twee jaar later hertrouwd met Gerda van Erp. Uit dat huwelijk ben ik geboren. In 1985, vier jaar na zijn pensionering, is hij overleden."
'Als ik dit twee jaar
geleden geweten had
op mijn Canadareis...'
Tom Conners woont in het Canadese Courtice, dicht bij zijn geboorteplaats Bowmanville. Dat is ten oosten van Toronto, op de noordelijke oever van het Ontariomeer. Leo: ,,Ik heb in dat gebied twee jaar geleden een rondreis gemaakt. Een mooie streek, waar veel geëmigreerde Nederlanders zijn neergestreken. Als ik toen van dit verhaal had geweten, zou ik zeker bij Tom op bezoek zijn gegaan."
De Canadees gaf aan op enig moment naar Nederland te willen komen om het tafelbelletje in de vorm van een windmolentje terug te geven. Na de coronaperikelen uiteraard. De familie De Kort wil Tom Conners graag ontmoeten, zeggen Carla en Leo. ,,Toch opmerkelijk dat ook 75 jaar na het einde van de oorlog nog verhalen als deze opduiken..."