Fruitboomkweker en -adviseur Jan Zandbergen ziet beduidend minder processierupsen. Wel ontdekt hij regelmatig nesten achter de mezenkastjes die op eikenbomen zijn aangebracht. (Foto: Gerard Schalkx).
Fruitboomkweker en -adviseur Jan Zandbergen ziet beduidend minder processierupsen. Wel ontdekt hij regelmatig nesten achter de mezenkastjes die op eikenbomen zijn aangebracht. (Foto: Gerard Schalkx). Foto: Gerard Schalkx

UITSLAG VAN ONDERZOEK NAAR MEZENSTERFTE IS NOG NIET BEKEND

'Aantal jeukrupsen is veel minder'

PÅL JANSEN


Jan Zandbergen klimt als kweker regelmatig de boom in. Niet alleen om zijn fruitbomen te snoeien, maar ook om de eiken op zijn grond in buurtschap Kasteren te controleren op processierupsen. En wat blijkt? De plaag is bij hem stukken minder ernstig dan vorig jaar. ,,Ik schat dit jaar zo'n duizend processierupsen uit de bomen te hebben gehaald. Vorig jaar was dat veel meer, wel zo'n tienduizend."

Zelf heeft hij niet erg veel last van de brandharen. Toch haalde Zandbergen vorig jaar emmers vol rupsen uit de eiken op zijn terrein aan de Hoevedreef. ,,De nesten waar ik op de ladder bij kan, verwijder ik en vervolgens verbrand ik de insecten. Vorig jaar hadden we hier in de buurt geloof ik zo'n vijftien nesten. Nu zijn dat er een stuk of twintig. Maar die van 2019 waren vele malen groter: het gaat nu om kleine aantallen."

Ook de gemeente ziet (vooralsnog) een stuk minder jeukrupsen dan vorig jaar. Waar dit door komt, is niet precies bekend, meldt een woordvoerster. Maar er is een aantal verklaringen te bedenken. Zo is er meer gedaan aan preventieve bestrijding dan voorgaande jaren. Boxtel heeft in het voorjaar veel eiken bespoten met het middel Xentari. Maar over de jaren heen verschilt ook de overlast. ,,Seizoenen met veel hinder, worden vaak gevolgd door jaren met minder overlast. Wellicht zitten we nu in het dalende deel van de golf", aldus de woordvoerster.

Het kan bovendien zijn dat mensen meer gewend zijn, maar ook dat er minder aandacht voor is in de media waardoor inwoners minder snel een melding maakten, aldus de gemeente. Bovendien is het processierupsenseizoen nog in volle gang; wellicht zal nog meer overlast volgen.

Toch lijken de aantallen aanzienlijk minder te zijn. Sowieso bij Zandbergen. ,,Wat ik wel zie: de processierupsen gaan achter de nestkastjes zitten. Samen met mijn buurman hebben we in de omgeving zo'n stuk of vijftien van deze kooitjes voor kool- en pimpelmezen opgehangen."

OPLOSSING

De Liempdenaar, die al zo'n dertig jaar geleden als tuinman biologisch te werk ging, denkt echter niet dat de kool- en pimpelmezen dé oplossing voor het probleem vormen. ,,Hier zijn ook niet veel kastjes bewoond. Aan de achtergebleven veren kan ik wel zien dat ze een enkele keer gebruikt zijn, maar er wordt niet overal gebroed."

Maar in het kader van biodiversiteit pleit Zandbergen wel voor de nestkastjes. ,,Wat ik vaak zie, is dat mensen in bomen plaatsen op korte afstand van elkaar. Dat heeft weinig nut. Iedere vogel heeft zijn eigen territorium, dus in naastgelegen kasten zullen mezen zich dan ook niet nestelen. Beter is om meer afstand ertussen de bewaren. Op mijn eigen grond heb ik zo'n acht kooitjes geplaatst, dan moet je denken aan een afstand van zo'n dertig meter. Een andere tip: je kan ze ook op andere bomen ophangen. Veel mensen plaatsen de kooitjes op een eik, maar daar zie ik de rupsen achter het kastje kruipen."

Als betere oplossing tegen de processierupsen, ziet Zandbergen als professional echter heil in biodiversiteit. ,,Maar je kent bijvoorbeeld wel straten waar alleen eiken of linden of populieren langs de weg gaan? Dat geeft een mooi beeld, maar voor biodiversiteit is dat funest. Ik denk altijd: hoe monotoner het landschap, hoe lastiger het is om ziektes en plagen te bestrijden."

Verschillende bomen, planten, bloemen: die brengen allemaal voedsel met zich mee voor andere insecten en diersoorten, waar ook weer meer vijanden voor de processierups tussen zitten. ,,Denk bijvoorbeeld aan de sluipwesp en bepaalde kevers", aldus Zandbergen.

MEZENSTERFTE

Er was nog iets anders aan de hand met de mezen: in het voorjaar was er een plotselinge sterfte onder de vogels. De oorzaak blijft vooralsnog een mysterie. Er is in Duitsland onderzoek gedaan naar de plotselinge sterfte onder pimpelmezen. Daar kwam uit dat de dieren een longontsteking hadden, veroorzaakt door de bacterie Suttonella ornithocola.

Diverse inwoners hebben dode vogeltjes laten ophalen door het Dutch Wildlife Health Centre uit Utrecht, die onderzoek doet naar de mezensterfte in Nederland. Mensen kunnen er melding maken: gevleugelde dieren kunnen binnen 24 uur na sterfte worden onderzocht. Kijk hiervoor op de website van het Dutch Wildlife Health Centre: www.dwhc.nl.


p Fruitboomkweker en -adviseur Jan Zandbergen ziet beduidend minder processierupsen. Wel ontdekt hij regelmatig nesten achter de mezenkastjes die op eikenbomen zijn aangebracht. (Foto: Gerard Schalkx).

Onder meer bij de Hoogheem-flats in Boxtel-Oost liet de gemeente de eikenbomen dit voorjaar preventief bestrijden met het middel Xentari. (Foto: Rens van den Elsen).