Vleessector wil nu mensen van buiten Europa

Boxtel zit opgezadeld met een bedrijf dat helaas niet meer past bij een duurzame en solidaire samenleving. De vele vrachtwagens en de voortdurende stankoverlast zijn lokaal het meest merkbaar, maar de minder direct merkbare kanten zijn de grootschalige vervoersstromen, de intensieve veehouderij, de te lage prijzen en het personeelsbeleid.

Om op de wereldmarkt mee te kunnen spelen en winst te maken moet de prijs zo laag mogelijk gehouden worden. En dat leidt tot diverse vormen van afwenteling, sociaal en ecologisch. De vleessector vroeg vorige week nota bene meer mensen van buiten Europa in Nederland toe te laten om bij hen te komen werken! Hoe brutaal en ontactisch kun je zijn, want dat is voor hen dan wellicht nóg goedkoper dan mensen uit Oost-Europa…

Gelukkig heeft Tuur Elzinga, nu de vicevoorzitter van de FNV (en negen jaar in de Eerste Kamer voor de SP), daar zondag via Radio 1 goed op gereageerd: die sector moet eindelijk maar eens goed gaan betalen voor de noodzakelijke arbeid en weer met vaste contracten gaan werken, zodat veel meer Nederlanders het werk kunnen en ook graag willen doen. Dan wordt het vlees wel een stukje duurder (zeker als ook de boeren beter betaald krijgen en de milieukosten worden doorberekend), maar dat is dan volkomen terecht. En zelfs zeer wenselijk. Dan kunnen we gelijk naar een minder opgejaagde productie en ook een verlaagde consumptie. Zo gaat de uitstoot van stikstof en CO2 structureel naar beneden.

De komende jaren zal gestreefd moeten worden naar radicale regionalisering, om te beginnen met voedsel. Dus weer zoveel mogelijk uit eigen regio, de korte keten met de vele voordelen van dien en met de beste kansen voor de kringlooplandbouw, die nu gelukkig op de landelijke en Europese agenda staat.


        JAN JUFFERMANS