VERANDERINGEN RAZEN MAAR DOOR

Ambtelijke fusies: geen garantie voor succes

PÅL JANSEN

De ambtelijke fusie tussen Boxtel en Sint-Michielsgestel in 2016 stond niet op zichzelf. Naast de start van MijnGemeenteDichtbij (MGD), zoals het regionale ambtenarenbedrijf heet, speelde tegelijkertijd nog een ontwikkeling in het gemeentehuis. Het jaar ervoor werd Meewerkend Boxtel geïntroduceerd, een nieuwe manier van omgang met burgers. Ook gooide het Rijk allerlei taken over de schutting: jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) en de participatiewet. De wereld raast maar door voor de ambtenaar, en niet alleen voor de Boxtelse...

Jarenlang heb je als ambtenaar inwoners en samenwerkende partners moeten overtuigen van een bepaald beleid of plan. Je draaide aan de knoppen, woog belangen af en zorgde dat plannen werden voorbereid voor de bestuurders.

Toenmalig burgemeester Mark Buijs kwam in 2015 met een ander idee: de burger werd leidend. Van de welwillende inwoner tot de notoire mopperaar die het toch allemaal niks vindt: er moet worden meegewerkt door de gemeente. En dit betekende een cultuuromslag. Nog maar net onderweg kwam daar een ambtelijke fusie bij: de beleidsmedewerkers moesten vanaf 2016 tegelijkertijd twee nieuwe gemeenten bedienen.

MEEWERKEND BOXTEL

Circa zestig gemeenten in Nederland werken ambtelijk samen. Het organisatieadviesbureau Berenschot uit Utrecht publiceerde in januari 2018 zijn onderzoek Vlucht naar Voren of een Duurzaam Perspectief over negen ambtelijke fusies. Een van de conclusies: een fusie heeft minder kans van slagen als er tegelijkertijd een cultuuromslag plaats moet vinden. Want ja, ambtelijke fusies worden tegelijkertijd opgezet vanwege kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en het verminderen van kwetsbaarheid. Er vinden al behoorlijke veranderingen plaats...

En wie kijkt in de praktijk, zoals Berenschot deed, ziet dat de voordelen ook nog eens beperkt zijn. Dit soort organisaties hebben vergelijkbare kosten als je ze afzet tegen soortgelijke gemeenten. Ook in Boxtel lijkt de kostenbesparing - die voorafgaand aan de fusie werd ingeschat op 2,6 miljoen euro per jaar - vooralsnog tegen te vallen, zo bleek uit eerder onderzoek van Brabants Centrum. En datgene wat op papier bespaard is volgens de ambtelijke organisatie, is lastig te staven.

Berenschot wijst er op dat fusies vooral in de eerste jaren tijd, energie en geld kosten. Hoewel diverse gemeenten dachten goed bezig te zijn, wordt in de praktijk de dienstverlening aan de samenleving niet aantoonbaar verbeterd, aldus het adviesbureau. Cijfers van Waarstaatjegemeente - rapporten die de Vereniging Nederlandse Gemeenten opstelt over dienstverlening en tevredenheid onder inwoners - lijken dit te bevestigen.

MINDER EENPITTERS

Wat bij een ambtelijke fusie wel vaak verbetert, is de zogeheten 'operationele kwetsbaarheid', aldus Berenschot. Je krijgt meer mensen op een afdeling en minder zogeheten 'eenpitters'. Ook kunnen fusieorganisaties een sterkere positie krijgen op de arbeidsmarkt.

De vraag is in hoeverre dit alles voor MGD geldt: er stonden in 2019 nog ruim dertig vacatures open en dat was ook het jaar ervoor al zo. Bovendien is er een gigantische wisseling van de wacht geweest: ruim honderd medewerkers vertrokken in 2017. De afgelopen twee jaar kwamen er nog eens een stuk of zeventig bij. Hoeveel mensen in 2016 weggingen, is onze redactie nog onbekend. Nog steeds wil MGD ruim dertig vacatures invullen. Daarentegen worden ook veel mensen aangetrokken: het totale personeelsbestand groeide van circa 350 fte in april 2017 naar zo'n 400 fte eind 2019.

Groot amtenarenverloop is niet een typische Boxtelse ontwikkeling. Vakblad Binnenlands Bestuur hield in 2019 met Berenschot een enquête naar toekomstperspectief onder twaalfhonderd ambtenaren. 10 procent van de mannen en 17 procent van de vrouwen dachten na over een carrièreswitch. Door kunnen ontwikkelen (29 procent van de respondenten), de sfeer (20 procent) en het salaris (15 procent) zijn de belangrijkste redenen om ergens te vertrekken.

OMGEVINGSWET

Binnenkort staat er weer iets nieuws op de rol: de Omgevingswet, die eerst in 2021 van kracht zou gaan, maar dit is vanwege de coronacrisis verplaatst naar 2022. Tientallen wetten en honderden regels op gebied van water, lucht, bodem, natuur, infrastructuur, gebouwen en cultureel erfgoed worden gebundeld in één nieuwe wet. Ambtenarenblad Binnenlands Bestuur noemt het een een 'cultuuromslag, digitale transformatie en een introductie van nieuwe juridische instrumenten ineen'. Het wordt gezien als de grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848. Het betekent opnieuw een grote omslag. De trein is echter niet meer te stoppen: de beleidsmedewerkers hebben er mee te dealen...