Alle kraamhouders konden vorige week vrijdag voor het eerst weer hun waar aanbieden. Daarvoor werd de weekmarkt ruimer opgezet, om zo goed en kwaad als het gaat de anderhalvemetermaatregel in acht te kunnen nemen. (Foto: Hans van Doorn).
Alle kraamhouders konden vorige week vrijdag voor het eerst weer hun waar aanbieden. Daarvoor werd de weekmarkt ruimer opgezet, om zo goed en kwaad als het gaat de anderhalvemetermaatregel in acht te kunnen nemen. (Foto: Hans van Doorn). Foto: Hans van Doorn

INVULLING AAN ANDERHALVEMETERMAATSCHAPPIJ BLIJKT LASTIGE OPGAVE

De weekmarkt: een terugkerend gepuzzel

PÅL JANSEN

De Boxtelse weekmarkt werd vrijdag in aangepaste vorm weer uitgebreid met non-food. En dat trok direct al wat meer bezoekers dan voorgaande weken, toen vrijdagochtend alleen kramen op de Markt mochten staan waar voedsel werd verkocht. Het bleek maar lastig: de inrichting van die anderhalvemetermaatschappij.

De wekelijkse warenmarkt die vrijdagochtend in het pre-coronatijdperk altijd zo knus aanvoelde, moest zich de laatste maanden al conformeren aan de maatregelen die zijn opgelegd vanuit het Rijk. Alleen ambulante handel met voedingswaren werd toegestaan.

Maar dat alleen al leidde tot gemor onder diverse inwoners. Terwijl corona hevig rondwaarde toch iets organiseren waarbij mensen gezellig samenkomen: dit viel niet bij iedereen even goed. Zo uitte bestuursvoorzitter Jacqueline Joppe van Zorggroep Elde Maasduinen haar zorgen. Ze vond het onvoorstelbaar dat de weekmarkt niet werd afgelast.

AFZETLINTEN

Toch mocht voeding gewoon worden verkocht. Supermarkten mogen het immers ook, waarom dan niet de kraamhouders? De gemeente Boxtel stond dan ook op advies vanuit het RIVM toe dat het evenement doorging. Maar wel met de nodige maatregelen: de Markt is wekelijks opgetuigd met afzetlinten om het publiek in goede banen te leiden.

Vorige week mocht ook de non-foodsector er dus weer bij. Ook hier was het de kunst: hoe richten we het in? Alle kraampjes weer in één keer op hetzelfde plein toestaan, is misschien te veel van het goede. Er was meer ruimte nodig. Dus werd besloten de weekmarkt niet alleen op de kasseien tussen gemeentehuis en Croonpassage te plaatsen. En dus boden voor het eerst sinds lange tijd ook weer in de Rozemarijnstraat kooplui hun waar aan. En niet alleen daar, ook om de hoek, in de Rechterstraat. Dat blijft in ieder geval de komende drie weken nog zo.

En vorige week vrijdag werd de lintvormige opstelling voor het eerst uitgeprobeerd. Het bleek nog maar eens hoe lastig het is om de opstelling zo te maken dat iedereen zich aan die anderhalve meter houdt.

NOG WAT AANPASSINGEN

Dit alles viel ook wethouder Eric van den Broek al op. ,,Dit soort trajecten vergen heel veel overleg; met winkeliers, omwonenden, hulpdiensten, horeca, marktkooplieden en klanten", schreef hij vrijdag direct op zijn Facebookpagina. ,,Ik kon zien - en links en rechts ook horen - dat er nog best wel wat aanpassingen nodig zijn. We hebben ook tegen alle partijen gezegd dat we op korte termijn evalueren."

In het persgesprek van dinsdag noemde Van den Broek concreet dat er in de Rozemarijnstraat en voor de ingang van de Croonpassage wat moet veranderen. Het was daar erg druk. Verder zoekt hij een oplossing voor de viskramen die tegen terrassen aanschurken. De horeca-exploitanten vrezen dat de geur tussen de tafeltjes blijft hangen, ook als de weekmarkt er niet meer staat.

Een aanpassing hier, een extra lintje daar; zo zal het iedere week zijn. Het valt niet mee, die anderhalve meter. Van den Broek staat dan ook open voor suggesties van inwoners. Want hoe de markt ook wordt ingericht, uiteindelijk zullen bezoekers zich moeten houden aan die 150 centimeter. Wellicht kan Sire - de stichting die veel overheidscampagnes bedenkt - er een nieuwe leus op bedenken. Iets in de trant van: de anderhalvemetermaatschappij, dat ben jij.