Doortje Duffhues (93) uit Oeffelt vond met haar ouders, broers en zussen in november 1944 tijdelijk onderdak bij de witte zusters in Boxtel. (Foto: Pål Jansen).
Doortje Duffhues (93) uit Oeffelt vond met haar ouders, broers en zussen in november 1944 tijdelijk onderdak bij de witte zusters in Boxtel. (Foto: Pål Jansen). Foto: Pål Jansen

OEFFELTSE GEëVACUEERDEN VONDEN IN NOVEMBER 1944 ONDERDAK BIJ WITTE ZUSTERS IN NET BEVRIJD BOXTEL

'Die Britse soldaat: ik had nog nooit zó'n rooie gezien'

Doortje Duffhues (93) is de grootmoeder van redacteur Pål Jansen en geboren in Oeffelt. Net als duizenden anderen moest zij met haar familie in 1944 vluchten voor oorlogsgeweld. Als oudste binnen een gezin van veertien kinderen werd zij met haar ouders, broers en zussen opgevangen door de witte zusters in klooster Lavigerie aan de Rechterstraat, nu Villa Phaf.

PÅL JANSEN

Doortje en haar dertien broers en zussen schrikken wakker in de nacht van 6 en 7 november in 1944. ,,We dachten dat het onweer was. Vader stond boven bij ons op de slaapkamer. Hij had zich helemaal aangekleed, zijn hoed op. We realiseren ons nu pas dat dat eigenlijk heel apart was. Hij zei: ‘Och jongens, ga maar weer slapen, het onweert een beetje’.”

De oorlog was dichtbij. Oeffelt ligt vlak bij Cuijk aan de Maas. De evacuatie moest snel gebeuren: mijn oma en de rest van de gezinsleden konden een tasje met enkele spullen verzamelen. Uiteindelijk is de familie in Haps op transport gezet. Oma: ,,We wisten niks. Als het nu zou gebeuren, zou ik doodsbang zijn geweest.”

MAKKE SCHAPEN

Oudtante Trees Duffhues: ,,We zijn daar gewoon opgeladen eigenlijk, op een vrachtwagen gezet, als vee.” Veel gepraat werd er niet. ‘Makke schapen waren we’, zeggen Doortje en Trees daarover. Luisteren was het devies. Oma: ,,In de vrachtwagen zagen we ook niks, dat was zo’n militair voertuig met zeil erover. We hebben wel een dag rondgereden.”

Allerlei organisaties waren op dat moment bezig om oorlogsslachtoffers te helpen: de hulpverlening was versnipperd. Het is onduidelijk welke organisatie mijn familie op transport had gezet. In welk dorp de evacués konden worden opgevangen, leek ook niet klip en klaar. Het zou verklaren waarom het een dag duurde voordat mijn familie in Boxtel aankwam.

WONINGNOOD

Geheel berooid kwam het gezin aan bij klooster Lavigerie van de witte zusters, gevestigd in Villa Phaf. Meer gezinnen uit Oeffelt moesten naar Boxtel, iets verderop in de Rechterstraat werd nog een schilder uit Oeffelt opgevangen.

De woningnood was hoog en mensen werden met elkaar opgehokt: geëvacueerden, maar ook jonggetrouwden, onderduikers uit het noorden en andere oorlogsslachtoffers. 'Dat geeft soms strubbelingen die niet alleen het gevolg zijn van kwade wil of verschil in karakter, maar dit tot oorzaak hebben: de bijkomers raken niet ‘thuis’ in deze woning, en de eigenlijke bewoners zijn het volle bezit van eigen haard kwijt’, tekende de redactie van Brabants Centrum eind 1944 op. Mijn familie kwam er genadig vanaf en had een omgebouwde garage met slaapvertrek tot haar beschikking.

Toch was het behelpen die eerste dagen: voedsel was schaars in Boxtel. Doortje: ,,Mijn ouders hadden nog Oeffeltse bonnen, daar kon je in Boxtel niks mee. De eerste vijf dagen moesten we van de gaarkeuken leven. Niet te vreten: bruun brood met kaarsenvet of zoiets. Mijn broertje Hans van twee at het niet, kreeg nog een hongeroedeem en zwol helemaal op.”

Met een beetje geluk kwam je mensen tegen die eten wilden delen. Zo vertoefden in een ander deel van het klooster enkele Engelse soldaten. Oudtante Trees, toen nog tien jaar, stapte onbevreesd op ze af. Doortje: ,,Trees ging toen soap and chocolat halen bij die Britten.” Trees: ,,En biscuits! Ik zei er altijd bij: is voor de big sister.” Mijn grootmoeder was toen een jonge vrouw van achttien jaar. Die soldaten waren natuurlijk wel nieuwsgierig wie die big sister was. Doortje: ,,Zij zeiden tegen Trees: breng de big sister maar een keer mee.”

Doortje wist wel beter, maar Trees besloot de jongemannen dan maar te halen. Doortje: ,,En een van hen was me toch een rooie, helemaal vol sproeten. Oh, die jongens toch… het was eigenlijk wel sneu. We hebben toch zo’n slappe lach gehad, ons mam ook. Nu schaam ik me er nog voor, ik kon er niks aan doen.”

Vader Duffhues raakte bevriend met de familie Spoorenberg, die schuin tegenover Villa Phaf woonde. Die wist uiteindelijk melk voor mijn familie te regelen. Er ontstond een vriendschap, de kinderen speelden met elkaar op straat. Mijn oudtante speelde dikwijls met haar naamgenoot Trees Spoorenberg die uiteindelijk ook trouwde met een van mijn oudooms.

Mijn familie had het goed bij de witte zusters. ,,De nonnen bemoeiden zich eigenlijk niet veel met ons, die kregen ons ook maar opgedrongen. Wel kwamen ze af en toe kijken hoe het met ons ging. Maar we konden doen en laten wat we wilden”, zegt mijn oma. ,,Niet dat er veel te doen was trouwens…, maar dat terzijde.”

WELDADIGE RUST

Doortje zat veel binnen, in Boxtel was het redelijk rustig. Haar dorpsgenoot Mien van Mill, ook geëvacueerd naar Boxtel, schreef daar later over: ,,In Boxtel is het eten schaars, het verblijf prima, de rust weldadig." Behalve toen op een dag de V1-raketten over het dorp raasden. Doortje: ,,Boven de garage zat een zolder, maar het luik ernaartoe was afgesloten. Tot op een dag de raketten eroverheen vlogen: dat luik vloog open en sloeg daarna meteen dicht. Ik schrok me kapot.”

Maanden verstreken en mijn familie probeerde zich te vermaken. Er was regelmatig zang in de kloosterkapel (Trees: ,,Zó prachtig"). En in de decembermaand werd met de nonnen een kerstspel gehouden.

Intussen barstte het geweld los in Oeffelt. Het geduld van mijn oudoom Piet raakte langzamerhand op. Hij besloot op een dag naar Oeffelt te fietsen, ondanks dat zijn ouders het expliciet hadden verboden. Piet was op de een of andere manier aan een tweewieler gekomen en besloot via het Duits Lijntje poolshoogte te nemen bij het ouderlijk huis, een rit van ruim vijftig kilometer. Hij werd met een pistool het huis uitgejaagd en keerde terug naar Boxtel. Doortje: ,,Moeder kreeg zowat een hartverzakking toen ze het verhaal hoorde en Piet vertelde hoe 't eruit zag. Er stond in onze achtertuin een Dikke Bertha (een Duits kanon) opgesteld. Onze boerderij was in tweeën gereten: je kon er zo doorheen kijken.”

500 GULDEN

Voordat de familie weer terug naar huis ging, wist zij al wat er in Oeffelt te wachten stond. Mijn overgrootvader kreeg nog 500 gulden mee van de witte zusters. Voor het gezin van veertien kinderen, dat alles kwijt was geraakt, een mooie geste maar een pleister op de wonde. De familie Duffhues was het hardst getroffen van alle gezinnen in Oeffelt. Koningin Juliana kwam zelfs vlak na de oorlog nog op visite om het gezin een hart onder de riem te steken. Doortje: ,,Ik zou mijn ouders nu nog wel eens willen vragen hoe ze alles uiteindelijk op de rit hebben gekregen: ze hadden niks.”

In de familie Duffhues waren vier doden te betreuren, binnen het gezin waar mijn oma deel van uitmaakte overleefde iedereen de oorlog. Doortje is nu 93 jaar en maakt het goed. Maar vanwege de huidige coronacrisis voelt ze zich nu erg opgesloten. Op de vraag of ze zich nu minder vrij voelt dan vroeger, antwoordt zij: ,,Het is totaal niet te vergelijken. We hebben nu te maken met een onzichtbare vijand. Die moffen kon je tenminste nog zien."


HET EERSTE TEKEN VAN GEORGANISEERD VERZET BEGON IN HOTEL VAN VLERKEN

Hoe het Englandspiel zich ook in Boxtel afspeelde

PÅL JANSEN

Het Englandspiel staat bekend als een zeer pijnlijk spionageverhaal in de Tweede Wereldoorlog. Oorspronkelijk is het opgezet als infiltratiemissie vanuit Engeland om inlichtingen te winnen in het bezette Nederland. De Duitsers wisten het spionage- en sabotagenetwerk al snel om te buigen in hun eigen voordeel waarna tientallen Nederlandse agenten en honderden mensen de dood vonden. Deze zwarte bladzijde uit de oorlogsgeschiedenis speelde zich ook voor enkele dagen af in Boxtel.

,,Ik vind het belangrijk dat dit verhaal toch wordt verteld.” Aan het woord is Pieter, zoon van dierenarts Jaap Koning die in de Tweede Wereldoorlog in Boxtel woonde en onderdak gaf aan Leo Andringa uit Tilburg, een van de Nederlandse geheim agenten binnen het Englandspiel.

Andringa heeft uiteindelijk, door de sluwe contraspionage-acties en martelingen van de Duitsers en Engelse onnozelheid, inlichtingen verstrekt aan het vijandelijke kamp. Terwijl hij en Koning juist hun leven op het spel zetten voor de geallieerde zaak en de bevrijding van Nederland.

Wat was er aan de hand? Jaap Koning belandde in de Tweede Wereldoorlog in Boxtel om als dierenarts te werken voor de EnCeBe (nu Vion). Hij werkte er ook aan zijn proefschrift bij de Diergeneeskunde Faculteit van de Universiteit van Utrecht.

De Nederlandse regering verhuisde naar het Verenigd Koninkrijk na de inval van de Duitsers. Er moesten broodnodig inlichtingen in bezette gebieden zoals Nederland worden gewonnen voor de geallieerde legers. Dus bedachten de Britse geheime diensten Special Operations Executive (SOE) en MI-6 een plan. Zij zonden Nederlandse agenten naar hun bezette vaderland om inlichtingen te vergaren en te proberen de Duitsers te saboteren. Agenten werden in groepjes van twee uitgezonden: één marconist die morsecode kon zenden, ontvangen en ontcijferen. En een agent voor het verzamelen van berichten. Eerste pogingen hiertoe werden eind '41 gedaan door Erik Hazelhoff Roelfzema, bekend als de Soldaat van Oranje.

PAARDENARTS

,,Waarom ze precies bij mijn vader uitkwamen, is niet helemaal duidelijk. Hij was paardenarts en officier ten tijde van de slag om de Grebbelinie (mei '40 - red.)”, vertelt Koning. Ook was zijn vader onderdeel van de staf van generaal Henri Winkelman, Nederlandse opperbevelhebber ten tijde van de Duitse invasie tot de Nederlandse regering in mei '40 vluchtte naar Engeland. Naast dat Koning vertrouwd werd door de Britten wegens zijn connecties in het Nederlandse leger, kon hij zich als dierenarts relatief vrij bewegen, vertelt zoon Pieter: ,,Hij moest naar allerlei boerderijen voor z’n werk.”

De zogeheten Engelandvaarders - de geheime Nederlandse agenten die door SOE en MI-6 werden uitgezonden - moesten ergens worden ondergebracht. Leo Andringa en Jan Molenaar zouden bij Koning worden ondergebracht. De dropping op 29 maart 1942 bij het Overijsselse Ommen pakte dodelijk uit voor Molenaar, die bij de landing wind onder de parachute kreeg en ongelukkig terecht kwam op een varkenstrog.

MILITAIR MATERIEEL

Andringa verborg het lichaam en trok naar Boxtel. ,,Vermoedelijk omdat Boxtel een belangrijk knooppunt in Brabant was. Ook het Duits Lijntje was van strategisch belang; daar kwam de belangrijkste aanvoer van militair materieel vanuit het Ruhrgebied vandaan.”

Koning woonde op dat moment in Hotel Van Vlerken, nu café Het Hart van Boxtel. Zoon PieterL ,,Maar bij Van Vlerken zou Andringa te veel zijn opgevallen.” Elders in Boxtel werd Andringa dus ondergebracht. Zoon Pieter vermoedt aan de Esschebaan bij de familie Stinesen, alhoewel een nazaat van de familie (mevrouw Peters, toen een zesjarige dochter van Stinesen) zich de logé niet kon herinneren.

Andringa bleef echter ook maar een paar dagen: hij kon niets betekenen als spion. Molenaar was de marconist van de twee en zou berichten naar en van Engeland moeten zenden en ontvangen. Andringa wilde al snel naar Haarlem vertrekken om de contacten te herstellen. De sigarenwinkel aan de Oostvest 26 was voor de Nederlandse agenten een bekend contactadres. De reis was tegen het advies van Koning in, die de kans op ontdekking te groot vond.

Wat Andringa en later ook andere Engelandvaarders echter niet wisten, was dat de Duitsers de gehele infiltratiecampagne al doorhadden. De marconisten - die de morsecodes zonden en ontvingen - moesten zogeheten securitychecks doorzenden in hun berichten. Deden ze dat niet, dan wisten de Britten dat de contacten ontdekt waren.

Toch bleven de Britten zenden, ondanks dat diverse agenten de securitychecks weg lieten. De Duitsers kregen zo toch allerlei relevante informatie, zoals plaats en datums van agenten die nog werden gedropt. En ook het adres van de contactlocatie in Haarlem. Daar werd Andringa dan ook opgewacht door de Duitsers en uiteindelijk op 27 april 1942 gearresteerd.

Intussen hoorde Koning in Boxtel maar niets van Andringa. ,,Mijn vader verbrak toen zonder reden van opgaaf de verloving met mijn moeder. Hij ging er namelijk vanuit dat Andringa was opgepakt en dat die de naam Jaap Koning had genoemd. Het was dus uit angst voor zijn vriendin.” Logischerwijs kwamen ze weer bij elkaar toen de kust veilig bleek, getuige de geboorte van zoon Pieter in 1946. ,,Mijn vader heeft voor zijn dood nog verteld dat hij maandenlang een koffertje had klaarstaan naast zijn bed voor het geval hij zou worden opgepakt.”

Misschien heeft Andringa de naam van Koning niet verraden, alhoewel hij veel verteld had omdat de Engelandvaarder dacht dat de Duitsers toch van alles wisten. ,,Maar zij speelden ook slim spel. Alle lokale agenten konden ze zo ook in kaart brengen en grip krijgen op het hele gebeuren.”

TABEE

Uiteindelijk ontdekte de SOE op 5 februari 1944, via twee ontsnapte agenten, ook het contraspionage-spel. Het Englandspiel had toen al een groot aantal slachtoffers geëist. De Duitsers stuurden in ’44 nog een laatste bericht naar Londen. ,,Dat was zoiets van: bedankt voor alle info, je hebt ons door en tabee.”

Onder meer Andringa en nog eens 53 van de in totaal 59 agenten vonden via kamp Haaren de dood. In het Oostenrijkse concentratiekamp Mauthausen werden de meesten in september '44, na gruwelijke folteringen, geëxecuteerd.

Het is gelukkig voor Jaap Koning goed afgelopen. Ondanks uiteenlopende theorieën wordt het Englandspiel vooral gezien als een amateuristische campagne van de Britten, eentje waar de Nederlandse agenten geen schuld in hadden, weet ook zoon Pieter Koning. Maar hij beseft hoe dapper het was om destijds tegen de Duitsers in te gaan: ,,Mijn vader was de eerste in Boxtel die opstond en zei: ik ga iets doen.”

Villa Phaf, of huize Lavigerie vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Hier vertoefde familie Duffhues in 1944-'45. (Foto: Beeldbank Boxtel).
                  ...JAAP KONING...
Hotel van Vlerken, ook bekend als Het Vergulde Hert. Hier vertoefde dierenarts Jaap Koning tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Foto: Beeldbank Boxtel).