Afbeelding
Foto: Zorggroep Elde Maasduinen

PEGGY VAN WIJK ZET ZICH IN OP SPECIALE CORONA-AFDELING IN LIDUINA BOXTEL

'Ge moet ôk aan oew eige denken mèske'

RENS VAN DEN ELSEN

,,Mijn familie vindt het stoer wat ik nu doe, maar dat is het helemaal niet. Het is gewoon nodig." Aan het woord is Peggy van Wijk, sinds drie weken werkzaam op de speciale corona-afdeling voor dementerende ouderen van zorgexpertisehuis Liduina in Boxtel. Deze telt vijftien bedden. Het werk is zwaar door onder meer de beschermende kleding, maar de 38-jarige Liempdse vertelt graag over haar ervaringen vlak achter de frontlinie van de bestrijding van het coronavirus.

Die frontlinie bestaat uit de intensive care-afdelingen, waar artsen en verplegers dag en nacht keihard werken om patiënten die besmet zijn met Covid-19 te behandelen. De corona-afdeling op Liduina volgt daar vlak achter. Het is een van de vele locaties in het land waar ouderen naar toegaan om uit te zieken en die door hun besmetting nog niet naar hun normale woonvoorziening kunnen.

Van Wijk, voorheen werkzaam in verzorgingshuis de Vlaswiek in haar woonplaats Liempde, meldde zich direct aan toen Zorggroep Elde Maasduinen een maand geleden met het plan voor deze afdeling kwam. ,,Mijn leidinggevende op de Vlaswiek mocht de afdeling gaan managen. Ik heb haar toen aangeboden om me ook in te zetten voor deze groep."


'Ouderen hebben deze zorg nodig'

Waarom vond je dat je dit werk moest gaan doen?

,,Ik werk al twintig jaar met liefde en plezier voor deze doelgroep. Ouderen hebben de zorg echt nodig, zeker nu ze ook nog eens op deze afdeling zitten. Ik wil gewoon heel graag zorgen voor deze kwetsbare groep", legt Van Wijk uit.

Kon je gezin zich daar ook in vinden?

,,Mijn man en kinderen waren in het begin wel wat huiverig. Mijn zoons (14 en 11 jaar - red.) vroegen: 'Waarom ga je daar naartoe? Straks word je ziek!' Ik heb ze verteld dat ik ook ziek kan worden van een winkelwagentje in de supermarkt en dat ik op mijn werk heel goed beschermd ben. Nu vinden ze het ook wel een beetje stoer wat mama doet. Maar zo zie ik dat niet; het is mijn werk, dus ik doe mijn plicht."

Hoe zagen die eerste dagen eruit?

,,Dat was best bijzonder. We kregen vooraf een duidelijke uitleg over de werkzaamheden en de maatregelen die we zelf moeten nemen. We zijn in drie diensten gaan werken: de ochtend duurt van zeven tot drie uur, de middag van drie tot elf en de nachtdienst van elft tot zeven uur. Daar is natuurlijk nog wel wat overlap in, zodat we alles goed over kunnen dragen. Steeds staan er drie tot vier man personeel op de afdeling, plus overdag nog twee vrijwilligers. Tijdens die eerste dagen waren we nog zoekende naar de juiste werkwijze; wat werkt wel en wat niet. Dat is ook niet zo gek, want niemand heeft ons hier op kunnen voorbereiden."

Het scheelt volgens de Liempdse dat haar collega's allemaal dezelfde mentaliteit als zij hebben. ,,Niemand had ooit eerder met elkaar samen gewerkt, maar omdat het zo intensief is, zijn we al snel een hecht team geworden. In één week tijd ken ik mijn collega's nu al net zo goed als van de Vlaswiek, en die ik al jaren. Het is nu echt een topteam en we doen alles samen. Dat is erg fijn."

Hoe verschilt het werk met dat op de Vlaswiek?

,,Het werk op de afdeling is zwaarder, daar draagt de beschermende kleding die we elke dag bij binnenkomst meteen aan moeten trekken, natuurlijk aan bij. We moeten elke dag echt op de toppen van ons kunnen presteren. Je bent steeds aan het monitoren hoe het met de bewoners gaat. Hoesten ze meer, zijn ze benauwd, of gaat het juist de goede kant op? Er is gelukkig continu een arts aanwezig op de afdeling, die kunnen we altijd inschakelen als we merken dat de toestand van patiënten bijvoorbeeld verslechtert. Als ik thuis kom ben ik drie keer zo moe als van een normale dag werken."

Daarnaast speelt emotie volgens Van Wijk een grote rol: ,,Je moet je voorstellen dat je als oudere op deze afdeling bent ondergebracht en je niemand van je familie op bezoek mag komen. Videobellen doen we veel, maar dat is toch anders dan persoonlijk contact. Omdat we zelf helemaal ingepakt zitten, kun je ook niet zomaar een knuffel geven. Oogcontact is al lastig met zo'n bril."

,,En als er iemand komt te overlijden is het al helemaal pittig. Door corona kan het plots heel snel gaan en dan kan het voorkomen dat familie niet op tijd bij het moment van sterven aanwezig is. Dat doet echt wat met je. Die eerste dagen heb ik het zelf ook wel moeilijk gehad en wel eens een gehuild."


'Thuis kan ik mijn hart luchten'

Krijg je daarin nog steun vanuit je werkgever?

,,Zeker, dat is gelukkig goed geregeld. Er staat een psycholoog klaar waar we altijd terecht kunnen als het even niet gaat, er is een fysiotherapeut beschikbaar om ons lichamelijk te helpen en iedere week hebben we een bijeenkomst waar we als personeel even ons hart kunnen luchten. Daar gaat het even niet over het werk, maar wordt gevraagd: 'hoe gaat het met jou?'"

Daarnaast is er regelmatig even een moment van rust. Iedere twee uur mogen de medewerkers uit hun beschermende kleding en buiten een luchtje scheppen.

En dan speelt ook de thuissituatie een grote rol bij haar werk. ,,Als je gezin niet 100 procent achter je beslissing staat, moet je hier niet aan beginnen. Gelukkig kan ik thuis mijn ei kwijt en mag ik gewoon met mijn jongens knuffelen."

Hoe gaan bewoners om met de situatie?

,,Eigenlijk verrassend goed. Natuurlijk zijn het allemaal ouderen met dementie, dus sommigen weten niet wat er precies aan de hand is. Maar ze pakken de situatie goed op. En ook al dragen we beschermende kleding, we proberen de situatie zo normaal mogelijk te maken. De bewoners snappen wel dat we voor onze eigen veiligheid zo ingepakt zijn. Laatst zei iemand nog tegen me: 'Ge moet ook aan oew eige denken, mèske'. Dat was erg lief."

Hoewel de cliënten op de afdeling allemaal weer op de weg naar volledig herstel zijn, is de lijn tussen leven en dood ook hier soms dun. Dat valt Van Wijk soms zwaar. ,,Maar gelukkig kunnen we vaak iemand ontslaan, uiteraard in overleg met de artsen, zodat hij of zij weer naar de eigen woonvoorziening kan. Natuurlijk is bezoek ook daar nog uit den boze, maar het is een stap in de goede richting."

Nu je zo dicht op het vuur zit, kijk je dan ook anders naar je omgeving?

,,Ik merk wel dat ik van binnen boos kan worden als ik buiten een groepje mensen zie staan die zich niet aan de regels houden. Wij werken ons uit de naad, zien dagelijks wat het coronavirus met je kan doen en dan komen anderen nog gewoon samen. Dat snap ik echt niet. Die mensen zouden eens een dagje mee moeten lopen op de afdeling, dan zie je hoe het er echt aan toe gaat."

Overigens krijgt Van Wijk wel veel aandacht van haar familie en vrienden. ,,Maandag stonden er twee doosjes bonbons voor de deur met een briefje van een buurtgenoot. Hij schreef dat hij zoveel respect had voor het werk dat ik doe. Ook op de afdeling krijgen we veel steunbetuigingen. Dat is echt hartverwarmend, maar ik doe dit werk met veel liefde en plezier. Daar hoef ik niets extra's voor te hebben. Voor mij is het een heel normale zaak."


'Ik doe dit werk met veel liefde'

Hoelang Van Wijk nog actief moet blijven op de speciale afdeling is niet bekend. In eerste instantie ging Zorggroep Elde Maasduinen uit van zes tot tien weken, nu is dat opgeschaald naar 'voor onbepaalde tijd'. De Liempdse verpleegster vindt het echter niet erg: ,,Je werkt je soms kapot, maar het is allemaal voor een goede zaak. En daarbij: deze bijzondere ervaring vergeet ik van mijn leven niet meer."


p Peggy van Wijk (2e van rechts) en haar collega's staan klaar om de cliënten te ontvangen tijdens de eerste dag dat de afdeling open ging. (Foto: eigen collectie).

                ...PEGGY VAN WIJK...