Op 5 oktober 1982, zo'n zeven maanden na de start van de restauratie, gaat de vlag in top voor de plaatsing van de door koperslager Jan Voermans gemaakte windhaan op de Sint-Petrustoren. (Foto's: Piet van Oers).
Op 5 oktober 1982, zo'n zeven maanden na de start van de restauratie, gaat de vlag in top voor de plaatsing van de door koperslager Jan Voermans gemaakte windhaan op de Sint-Petrustoren. (Foto's: Piet van Oers). Foto: Piet van Oers

BROODNODIGE RESTAURATIE KERKTOREN BRENGT BOXTELAREN SAMEN

1980: Boxtel zamelt 200.000 gulden in voor Sint-Petrustoren

HENK VAN WEERT

Vier decennia geleden beleefde Boxtel zijn Torenjaar. 1980 moest hét jaar worden waarin burgers van deze gemeente 200.000 gulden bijeen moesten brengen als 'eigen bijdrage' voor de noodzakelijke restauratie van Boxtels grootste monument. Tal van acties werden op touw gezet om geld te genereren; maart 1981 werd het einddoel bereikt. Maar de start van de werkzaamheden lieten nog een jaar op zich wachten...

Een zware novemberstorm leidde er in 1972 al toe dat de weerhaan van de spits moest worden gehaald. Het koperen gevaarte wankelde ondersteboven op ruim zeventig meter hoogte zodat de Oude Kerkstraat moest worden afgezet.

De destijds reeds gepensioneerde Boxtelse koperslager Jan Voermans maakte gratis een nieuwe, achttien kilo zware haan, die door de schilders Henk Toonen en Pietjan Hagenaars - eveneens pro Deo - met enkele lagen bladgoud werd bekleed.

Het sierlijke ornament zou in de zomer van 1973 op de toren worden geplaatst, maar ter plekke werd geconstateerd dat de bevestiging van het kruis op de torenspits doorgeroest was. En dus werd de operatie, die veel bekijks trok, afgeblazen.

Docenten van lagere technische school Mgr. Bannenberg (voorloper van het huidige Baanderherencollege) maakten een nieuw kruis en koperslager Voermans sloeg opnieuw aan het werk om een koperen bol te fabriceren die de voet van het kruis op de torenspits siert. Haan, kruis én bol of appel - tezamen ruim vijf meter hoog en ongeveer vierhonderd kilo zwaar, stonden jarenlang opgesteld in het priesterkoor van de Sint-Petrusbasiliek.


PLEISTER OP WONDE

Het duurde nog ruim zeven jaar voor het oude smeedijzeren kruis met een mammoetkraan van de toren werd getakeld. Dat gebeurde in december 1980, na een alarmerend veiligheidsrapport dat door de gemeente Boxtel was opgesteld. Bij het verwijderen bleek het kruis zowat los op de toren te staan. De metalen bevestigingsmaterialen waren deels doorgeroest...

Tegelijk werd een gapend gat in het metselwerk op de zuidwest-hoek net onder de dakrand met een 'pleister' gedicht. Dit 'noodverband' van houten panelen moest voorkomen dat weer en wind vrij spel kregen in het torenlichaam op de plek waar eerder brokstukken naar beneden waren gevallen. De tv-camera van het programma Van Gewest tot Gewest legde de ingreep indrukwekkend vast.

Scheuren in de torenmuren, doorgeknapte muurankers, losliggende en slechte zolderplanken, vermolmde staanders en balustrades, rottende balken, aangetaste loden bekledingen. Dat alles maakte een algehele restauratie van de Boxtelse toren onafwendbaar. Daarvoor aangeklopt bij Monumentenzorg kreeg het kerkbestuur in november 1979 echter een teleurstellende mededeling: ze moest nog zes à zeven jaar geduld hebben om op enige subsidie te mogen rekenen.


BOXTEL IN ACTIE

Nadat in de jaren ervoor al eerder was gepubliceerd over terughoudendheid van Monumentenzorg, vormde het alarmerend artikel in deze krant over het nieuwe uitstel van restauratie voor de nodige gespreksstof in Boxtel. Zou de toren het zo lang nog wel volhouden?

De redactie van Brabants Centrum, die destijds bestond uit Theo van den Aker en Piet van Oers, toonde zich een week later behulpzaam en publiceerde een oproep voor de formatie van een werkgroep die al snel werd omgezet naar stichting Red de Toren. Het bestuur werd aangevoerd door voorzitter Wim de Kort, secretaris Ruud van Nooijen en penningmeester Lodewijk Reijse en bestond verder uit Theo van den Aker, Ruud Beijssens, Jan Clerckx, Paul Hendriks, Rien van Kessel, Piet Snijders en Annie van Velthoven.

Doel van de werkgroep was om tweehonderdduizend gulden bijeen te brengen. Dat bedrag moest eigenlijk het parochiebestuur ophoesten, maar dat beschikte niet over die financiële middelen. 'Van meet af aan werd de actie gezien als een zaak van de gehele Boxtelse gemeenschap; het gold hier de Boxtelse toren, het kenmerkend zinnebeeld van Boxtel', aldus heemkundige Piet Dorenbosch.

Dat schreef hij in 1983 in het eerste deel van zijn twee boeken over de Boxtelse Sint-Petrus. In dit bijna 250 pagina's tellende deel - verschenen bij de feestelijke afronding van de torenrestauratie - wordt niet alleen de historie en restauratie van de 15e-eeuwse kerktoren uitvoerig beschreven; ook de kerk en het daaraan in het verleden verbonden kapittel zijn erin vastgelegd. Het tweede deel verscheen drie jaar later. Daarin beschrijft Dorenbosch de geschiedenis van de parochie en de Heilig Bloedviering, terwijl Jan Clercx het in 1842 gebouwde Smitsorgel boekstaaft.


THERMOMETER

Boxtel toonde zich begaan met zijn grootste, maar bouwkundig deplorabele monument. Tussen februari 1980 en maart 1981 werd de eigen bijdrage van twee ton bijeengebracht. Op die manier hoopte stichting Red de Toren Monumentenzorg over de streep te trekken om de noodzakelijke restauratie niet langer uit te stellen.

Wekelijks publiceerde deze krant een silhouet van de Petrustoren in de vorm van een 'thermometer' waarmee de tussenstand van de ingezamelde donaties werd verantwoord.

De inzameling via een bliksemactie onder de bevolking leverde eind april 40.000 gulden op. Tijdens de Keistampersmarkt in september werd 12.000 gulden gedoneerd en een maand eerder was in jumelagegemeente Wittlich ook al ruim 13.500 gulden opgehaald. De verkoop van een in opdracht van de Rabobank vervaardigde ets van de Petrustoren bracht meer dan 30.000 euro op.

Clubs, bedrijven, winkels, scholen, allemaal deden ze een duit in het zakje, vaak via inventieve acties. 'Er is van alles gedaan: gewandeld, gefietst, gevoetbald, gekiend, getekend, gehandeld, gemusiceerd, gemarkt, gegokt, gewed, gezongen, oud papier verzameld, markten fancy-fairs en kermissen gehouden, terwijl ook slapende kassen te gelde zijn gemaakt, legaten voor dit doel zijn aangewend, financiële meevallertjes aan de toren ten goede zijn gebracht, enz., enz. allemaal om het streven naar een torenhoog doel met een financieel topresultaat te kunnen bekronen. Mensen, dat is óp en tóp gelukt. Bedankt en proficiat', verwoordde Brabants Centrum medio maart 1981 het welslagen van de inzameling.


RIJKSSUBSIDIE

Halverwege de actie stelde Monumentenzorg dat de noodzakelijke rijkssubsidie twee jaar naar voren zou kunnen worden gehaald (naar 1983-1984), maar dat verdere vervroeging er niet inzat. Nederland verkeerde economisch in zwaar weer en diverse ministeries moesten fors bezuinigen: ook dat van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk), waaronder rijksmonumenten ressorteerden. Wel werd toegezegd dat Boxtel begin 1981 een garantie uit Den Haag kon verwachten waarmee voorfinanciering via provincie en gemeente mogelijk zou zijn.

De toenmalig minister van CRM, de vorig jaar overleden Til Gardeniers en Marius van Amelsfoort (staatssecretaris van Financiën), bezochten de Boxtelse toren en kerk in mei 1980 tijdens een werkbezoek. En als ze al niet met eigen ogen de noodzaak tot restauratie zagen, was daar altijd nog reus Jas de Keistamper die bepleitte dat subsidiëring geen uitstel duldde. ,,Want wellie in Keistampersdurp konnen 't niet langer aonzien, dè onze torre mar blèft staon te verinneweren, dettie helemaol verbellemont rakt."

Iets meer dan een jaar later komt er groen licht uit de residentie. Het Rijk legt de helft van de restauratiekosten, beraamd op 1,45 miljoen gulden, bij. Op toezeggingen van provincie en gemeente mocht de stichting Red de Toren daardoor ook rekenen. Het Boxtelse aannemingsbedrijf Van de Laar won de aanbesteding en schakelde het in restauraties gespecialiseerde bouwbedrijf Hulshof uit Steenderen in. Het restauratieplan was opgesteld door de Roosendaalse architect Frans Sturm.


NEGENTIEN LADDERS

Eind februari 1982 werd begonnen met de opbouw van de steigers; negentien ladders voerden naar de torenspits. Daar werden zeven maanden later dan eindelijk de nieuwe vergulde torenhaan met kruis en appel geplaatst. In de appel werd een oorkonde geplaatst samen met de in dat jaar uitgebrachte en door Boxtelaar Bruno Ninaber van Eyben ontworpen reeks Nederlandse munten.

Jan Voermans, de koperslager die de torenhaan en appel vervaardigde, mocht dit glorieuze moment net niet meer meemaken. Diens oudste zoon Cees plaatste de windhaan op het kruis, opnieuw onder toeziend oog van de camera van Van Gewest tot Gewest. Precies een jaar later, op 2 oktober 1983, werd de restauratie afgesloten en de Sint-Petrustoren overgedragen aan het parochiebestuur tijdens een groots opgezet torenfeest.

Het herstel van de kerktoren was echter nog maar het begin. Want ook de basiliek moest een ingrijpende restauratie ondergaan. Dat project werd tussen 1991 en 1993 opgepakt. In 2005-2006 volgde restauratie van het Smitsorgel en in 2016-2017 het carillon. In 2002 verscheen een vierhonderd pagina's tellend boek waarin de Boxtelse fotograaf Bert van Ham in zwart-witbeelden de restauratie van toren én basiliek gedetailleerd vastlegde.




In het kantoor van de Rabobank aan de Stationsstraat wordt in december 1980 de opbrengst geteld van een blikseminzameling onder de Boxtelse bevolking.
Samen met Kees van der Schoot (links) en Ed Bevers van het kerkbestuur bekijkt deken Martien Bertens (rechts) in december 1980 de 'pleister' die een gat in de zuidwesthoek van de Sint-Petrustoren tijdelijk moet afdekken.
BC-fotograaf Piet van Oers legde veel momenten tijdens de torenrestauratie vast. Nadat hij de plaatsing van de nieuwe windhaan had vastgelegd, liet hij zich ook zelf vereeuwigen. (Foto: Pietjan Hagenaars).