Dat de open dag van zaterdag druk zou worden, werd vrijdag al verwacht. In file lopen geïnteresseerden over het houten vlonderpad dat naar het brugdek leidt. Daar is nu vooral modder te zien. (Foto: Peter de Koning).
Dat de open dag van zaterdag druk zou worden, werd vrijdag al verwacht. In file lopen geïnteresseerden over het houten vlonderpad dat naar het brugdek leidt. Daar is nu vooral modder te zien. (Foto: Peter de Koning). Foto: Peter de Koning

REEËN HEBBEN ECODUCT OVER SPOORLIJN BOXTEL-BEST AL VERKEND

Eerste en laatste 'file' op natuurbrug

Jan Hermens

Nog voordat natuurbrug De Mortelen officieel open was, hadden reeën de oversteek al ontdekt, zo bleek uit aangetroffen sporen. Vrijdag en zaterdag kwamen daar tientallen afdrukken bij, van een diersoort voor wie het ecoduct niet bedoeld is: homo sapiens. Maar voor één keer mochten mensen ervaren hoe het is om op het bouwwerk van tien miljoen euro te staan.

Tien miljoen, want de aanvankelijk op 7,5 miljoen euro geschatte kosten liepen door een bouwvertraging van een jaar behoorlijk op. Die vertraging had te maken met een benodigde milieueffectrapportage en een te zwakke bouwweg. Het Rijk draagt de meerkosten van ruim 2,5 miljoen euro.

Maar over geld ging het vrijdag niet. Het was feest, compleet met warme chocolademelk, hapjes, steltlopers en uiteraard de nodige toespraken. Want weliswaar duurder dan gepland: er lígt wel wat. Het ecoduct over het spoor tussen Boxtel en Best is van alle kanten een imposant bouwwerk. Hoog, want het moet bovenleidingen overspannen. Breed, want het moet stevig en stabiel zijn en bovendien dieren en begroeiing ruimte bieden. En met aan beide zijden een lang, geleidelijk oplopend talud. Edelherten zijn tenslotte geen steenbokken.

Bovenop is nu nog vrij weinig te zien, zo ontdekten de genodigden vrijdag na alle officiële plichtplegingen. Er liggen boomstammen en -stronken, bedoeld als schuilplaats voor kleine dieren. Er zijn boompjes geplant, maar dat zijn nu nog niet meer dan staken. Verder ligt er vooral modder. Van bovenaf uitkijken over de spoorrails gaat niet, want de balustrade is manshoog én dicht.

Brabants Landschap heeft de natuurbrug sinds vrijdag in beheer. Regiodirecteur Wendy de Wild van ProRail, die BAM Infra de opdracht gaf het ecoduct te bouwen, wisselde op ludieke wijze van hoofddeksel met Jan Baan, directeur van Brabants Landschap. Baan refereerde aan het edelhert als architect van het landschap. Het grootste wild van Het Groene Woud voelt zich thuis in De Scheeken. Baan: ,,Het edelhert heeft het ecoduct nog niet verkend, maar dat komt wel. Eerst wagen de hindes de oversteek, een paar dagen later durven de herten de stap ook aan." De vraag die dan opborrelt, luidt uiteraard: wanneer volgt de wolf? Voor canis lupus is de afstand van de Veluwe naar Noord-Brabant peanuts, kwestie van een nachtje doorstappen.

ZWARTE OOIEVAAR

Het grijsbruine roofdier komt vooralsnog niet over de brug, een ander zeldzaam dier liet zich wel zien, al heeft dat geen brugdek nodig om het spoor te kruisen. Terwijl het gezelschap wachtte op de aankomst van gedeputeerde Rik Grashoff, cirkelde in de stralende zon hoog boven het ecoduct een zwarte ooievaar. Geen alledaagse vogel in Nederland. Voor een leek misschien niet direct te herkennen, maar onder de aanwezigen bevonden zich uiteraard natuurmensen en die hadden aan een scherpe blik in de lucht genoeg om de fraaie zwever te determineren.

"Een natuurbrug is heel belangrijk voor de biodiversiteit in een gebied. Met één relatief simpele ingreep koppel je twee gebieden aan elkaar en daarmee vergroot je de leefomgeving van veel dieren enorm", aldus gedeputeerde Grashoff. ,,Dergelijke bruggen bereiken hetgeen waarvoor ze bedoeld zijn. Ze zijn hun geld waard, dat is inmiddels wel bewezen."

Grashoff mocht vrijdagmiddag samen met De Wild, Baan, voorzitter Joseph Vos van Brabants Landschap en directeur civiel Henk Post van BAM Infra de officiële openingshandeling verrichten. Ze onthulden twee vleermuizen van cortenstaal, met vleugelpunten waar je letterlijk iemand aan kunt spietsen. De stalen fladderaars bevonden zich voor de gelegenheid op de grond, maar ze krijgen een plek tegen de zijkant van de brug. Dianne Renders namens Brabants Landschap: ,,Als afwerkingsmateriaal zijn bruine blokken gebruikt. Die zijn hol aan de binnenkant en kunnen dienen als verblijfplaats voor vleermuizen. Daarnaast maken vleermuizen gebruik van het ecoduct. Niet om er overheen te lopen, maar als baken en straks als het brugdek begroeid is, als jachtterrein, want planten trekken insecten aan en daar leven vleermuizen weer van."

pp In file lopen geïnteresseerden over het houten vlonderpad dat naar het brugdek leidt. (Foto: Peter de Koning).

De twee stalen vleermuizen krijgen nog een plek op hoogte, tegen de brug aan. Voor de officiële opening waren ze tijdelijk aan paaltjes op de grond gemonteerd. (Foto: Jan Hermens).
De nieuwe natuurbrug over het spoor verbindt De Mortelen en Kampina (aan de westkant van het spoor) met De Scheeken. (Foto: Peter de Koning).