Afbeelding
Foto:

What's Up, Guus?

Als hij even kan, buigt Guus Timmers (14) zich in een verloren uurtje over een vel tekenpapier. Al sinds groep zes van de basisschool maakt hij strips. Vandaag publiceert hij voor het eerst een beeldverhaaltje in deze krant. Voorlopig wil hij tweewekelijks zijn creatieve tekeningen met de lezers van Brabants Centrum delen. Sinds enkele maanden bezorgt hij deze krant in Boxtel-Oost.

Goh, wat een leuke strip heb je daar, Guus. ,,Vind je? Tja, zelf vind ik het ook wel geslaagd, eerlijk gezegd. Tekenen is een van mijn grootste hobby's."

Oh ja? En maak je al lang stripverhalen? ,,Even denken... Ik ben hier in groep zes van de basisschool mee begonnen. Dus ja, dat is al een paar jaar."

Welke basisschool was dat, Guus? ,,De Klimboom in Best. Maar sinds enkele jaren woon ik in Boxtel. Ik zit nu in de tweede klas van het Jacob-Roelandslyceum."

Waar vind je inspiratie voor jouw strips? ,,Och, ik weet niet. Overal. Vooral in mijn eigen fantasie eigenlijk. Het bedenken van een figuurtje en een grap is eigenlijk het meest moeilijk. Als ik die eenmaal heb, maak ik een opzetje met potlood. En als ik er tevreden over ben, teken ik de strip over met een fineliner. Soms kleur ik die ook in. Al met al ben ik ongeveer een halfuurtje bezig met één strip."

Zijn er meer tekenaars bij jullie in de familie? ,,Ja hoor. Mijn vader en zijn vader tekenen ook. Net als oma van moederskant. Ze kunnen het best goed, maar allemaal voor de lol hoor. Net als ik."

Wil je later van tekenen je beroep maken? ,,Nou, nee. Het liefst zou ik bioscoopfilms gaan maken. Ik maak nu ook al korte filmpjes."

Zo, dat is gaaf! Kan ik die filmpjes ergens bekijken? ,,Nee. Ze staan op mijn computer. Ook mijn tekeningen zijn nergens te zien. Op de basisschool liet ik mijn strips altijd rondgaan in de klas. Dat ik ze nu in jullie krant mag plaatsen is best tof."

t Guus Timmers, tweedejaars scholier van het JRL, tekent graag en dan vooral strips. Hij heeft niet echt een favoriet, maar leest wél wekelijks de Donald Duck. (Foto: Henk van Weert).

Afbeelding