Kees de Laat (95) bij de boerderij aan de Geelderseweg in Boxtel waar hij in 1924 werd geboren en de Tweede Wereldoorlog meemaakte.
Kees de Laat (95) bij de boerderij aan de Geelderseweg in Boxtel waar hij in 1924 werd geboren en de Tweede Wereldoorlog meemaakte. Foto: Henk van Weert

KEES DE LAAT (95) REDDE VIER AMERIKAANSE AIRBORNES

'Vliegtuig met touwkes stortte neer'


HENK VAN WEERT


De herdenking van de bevrijding was vijftien jaar geleden in Gemonde aanleiding om een verzetsmonument op te richten aan de Hooghemertseweg. Daarop staan de namen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog op enigerlei wijze bij de ondergrondse, al dan niet georganiseerd, actief waren. Onder meer door Amerikaanse bemanningsleden van neergestorte zweefvliegtuigen verborgen te houden voor de Duitse bezetter. Eén naam ontbreekt: die van de inmiddels 95-jarige Kees de Laat. Deze week vertelde hij zijn verhaal...

Dinsdagochtend keerde de nog kwieke oud-Boxtelaar terug naar de plek waar hij in 1924 werd geboren: een boerderij aan de Geelderseweg in de buurtschap Langenberg. Gedurende twee uur stapte de in Drunen woonachtige De Laat rond in zijn oude buurt. Samen met zijn tien jaar jongere broer Jos en enkele inwoners van Gemonde die momenteel druk bezig zijn de herdenking van 75 jaar bevrijding in hun dorp gestalte te geven. Druk gebarend vertelde hij over wat hij meemaakte op 19 september 1944.

,,Er kwamen talloze vliegtuigen over vanuit Boxtel; misschien wel honderd in totaal. Later bleek dat het zweefvliegers waren. Wisten wij veel, we zagen alleen dat er touwkes aan de toestellen zaten", grinnikt De Laat. Hij doelt op de kabels waarmee de zogeheten gliders in de lucht werden getrokken door gemotoriseerde legervliegtuigen. Uit angst dat de laagvliegende toestellen op de boerderij neer zouden komen, verschool het gezin De Laat zich in een sloot. ,,Van daaruit zag ik op een gegeven moment dat zo'n glider tegenover onze boerderij neerstortte in het veld ."

HELEMAAL DIZZY

De destijds twintigjarige De Laat zag dat er militairen uit het toestel kwamen en ging eropaf. ,,Come with me. I'll help you", riep ik. ,,De bemanningsleden, vier in totaal, waren helemaal dizzy en zweetten enorm. Een vijfde inzittende was gesneuveld." Om uit het zicht van de patrouillerende Duitsers te blijven, die overigens ook in de boerderij van zijn ouders werden ingekwartierd, bracht De Laat via de begroeide akkerranden de overlevenden naar de familie Van Oorschot, een eindje verderop in de straat. ,,Daar haalde een van de militairen een briefje uit zijn uniform met waarop in het Nederlands de vraag stond 'Hoe ver van landingsplaats Son?' Later heb ik ze geholpen om naar de bossen van De Geelders te vluchten."

Daar liep hij liep zijn leeftijdsgenoot Martien van der Linden tegen het lijf. ,,Heel vreemd eigenlijk. Normaal zag ik er nooit iemand, maar ineens stond daar Tinus." Van der Linden, die destijds aan de Savendonksestraat in Liempde woonde, hemelsbreed ongeveer een kilometer verwijderd van de boerderij van de familie De Laat, meldde in 2004 in deze krant dat hij het zweefvliegtuig zag neerkomen en er met zijn vader op af ging.

OVERGEDRAGEN

Omdat de Amerikanen aan De Laat vroegen om iets op te halen uit hun neergestortte glider, droeg de Boxtelaar zijn vier vluchtelingen over aan Van der Linden. ,,Maar eenmaal op de terugweg zag ik Duitsers in het veld zoeken en durfde ik niet meer terug. Ook omdat ik ondergedoken zat. Ik heb de Amerikanen nooit meer teruggezien."

De familie Van der Linden ontfermde zich over de vier Airbornes. De inmiddels overleden Martien vertelde er vijftien jaar uitvoerig over in deze krant. De Amerikanen werden twee weken lang schuil gehouden in de bossen van De Geelders. Later, toen het weer verslechterde, werd een schuilplek gecreëerd in het kippenhok bij de boerderij aan de Savendonksestraat. Toen de familie Van der Linden ook Duitsers in huis moest nemen, werd de situatie onhoudbaar en vertrok het Amerikaanse viertal naar de Gasthuiskamp, een bosgebied aan de noordkant van de Schijndelsedijk. Vandaaruit zijn ze uiteindelijk naar Schijndel gebracht.

WERKGROEP GEMONDE

Het verhaal van De Laat kwam aan het licht dankzij de Gemondse heemkundevereniging Den Hogert. Die heeft de voorbije maanden heel veel ooggetuigenverslagen opgetekend van mensen die de oorlog nog hebben meegemaakt. Via via werden ze ook op de in Drunen woonachtige oud-Boxtelaar geattendeerd. Dinsdag keerde De Laat op uitnodiging van Den Hogert terug naar buurtschap Langenberg om herinneringen op te halen.

Willem van der Steen van de werkgroep Bevrijding Gemonde vertelde dat hij de verslagen van de betreffende bemanningsleden uit de archieven heeft opgedoken. Daarin staat dat zij een boer zagen zwaaien toen ze waren neergestort. Het strookt met het verhaal van De Laat, die druk gebarend naar de Amerikanen toe liep. ,,Het kan niet missen: dat móet Kees zijn geweest."


FOTO BOVEN: Oud-Boxtelaar Kees de Laat bij de boerderij aan de Geeldersestraat waar hij in 1924 werd geboren en ook de Tweede Wereldoorlog beleefde.


'Ik ben belazerd en moest toch naar de Arbeitseinsatz'

HENK VAN WEERT

Kees de Laat was tijdens de Tweede Wereldoorlog in dienst bij de gemeente Boxtel, waar hij werkte bij de distributiedienst en bonkaarten moest uitdelen. Hij kreeg vrijstelling voor de zogeheten Arbeitseinsatz en werd dus niet tewerkgesteld in Duitsland. ,,Zelfs mijn fiets mocht niet in beslag worden genomen, want die had ik nodig voor mijn werk." En dus schrok De Laat zich een hoedje toen hij in juni 1943 toch naar het Roergebied moest. ,,Ik ben op een of andere manier belazerd."

De oud-Boxtelaar is er vast van overtuigd dat hij 'van hogerhand' is verruild met een meer welgestelde plaatsgenoot die eigenlijk tewerkgesteld had moeten worden: ,,Ik heb het op papier." In Duitsland moest de ambtenaar aan de slag in een cementfabriek aan de oever van de Rijn. ,,Daar werden keien verpulverd, een enorm stoffig en smerig werk. Iets wat ik als boerenzoon natuurlijk helemaal niet gewend was. Ik dacht dat ik er dood zou gaan..." Een poging om in een dorpje verderop aan de slag te gaan bij een boer, liep op niets uit.

OP DE VLUCHT

Samen met de eveneens uit Boxtel afkomstige Noud Vlamings besloot De Laat te vluchten. ,,In de barakken van de cementfabriek waar we sliepen, waren we redelijk vrij om te gaan en staan waar we wilden. We kochten op het treinstation een retourtje Kaldenkirchen én een Duitse krant."

Zo leek het erop dat het tweetal een uitstapje zou maken, maar eenmaal in Kaldenkirchen liepen de twee Boxtelaren naar het nabijgelegen Venlo aan de andere kant van de grens waar ze opnieuw op de trein stapten. De Laat: ,,In Boxmeer ben ik overgestapt op een trein richting Boxtel via het Duits Lijntje. Noud is doorgereisd naar Nijmegen; ik ben hem toen uit het oog verloren."

Eenmaal weer thuis moest De Laat onderduiken. Hij kreeg ook onderdak bij familie elders, maar was toch regelmatig op de Langenberg te vinden, waar in de ouderlijke boerderij echter Duitse militairen waren ingekwartierd. ,,Ik bouwde er een schuilkelder in de wei en nog een aan de straatzijde van de boerderij. Het front lag in september 1944 achter ons."

De werkgroep Bevrijding Gemonde interviewde de voorbije maanden tal van ooggetuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Een van hen was de in Drunen woonachtige oud-Boxtelaar Kees de Laat. Die is hier in gesprek met (vlnr) Thea Tilburgs, Wim Verhoeven en Willem van der Steen.  (Foto's: Henk van Weert).