Afbeelding
Foto: Albert Stolwijk

DONSEENDJES GENIETEN VAN GEZELLIG CARNAVALSFEEST

Eendengat mist kleur: alles zwart-wit

MARIËLLE WIJFFELAARS

Vol verwachting stonden de eerste donseendjes al om half 11 voor de ingang van de Kwekpoel te wachten tot de deuren open gingen. Zo ook ikzelf met mijn vierjarige kleuterzoon. En oma, voor de versterking. Want de kleine jongen vond het allemaal erg spannend. Met rode wangen en grote ogen liep hij de Kwekpoel binnen en nam plaats op een van de voorste bankjes. Meteen gingen de handen tegen zijn oren, want de carnavalskrakers konden de kleuter niet echt boeien (uitzondering: alles van de Snollebollekes. Dat is blijkbaar wel cool).

Terwijl de zaal volliep met kinderen, ouders, opa's en oma's wees de organisatie de volwassenen erop dat de zitplaatsen toch echt bestemd waren voor de donseendjes en niet voor waggelaars of waggelarinnen. Diverse ouders - waaronder ikzelf - bleven echter zitten. Nog niet misschien dat mijn zoon in zijn eentje op een bank was blijven zitten. Op zo'n moment is burgerlijke ongehoorzaamheid best op zijn plek.

WAT IS DE CODE?

Nadat jeugdprinses Laura en jeugdprins Veerke alle donseendjes welkom hadden geheten, kon het stuk dan écht beginnen. De kinderen Floor en Pip kwamen tijdens het buitenspelen een bijzondere machine tegen. Het bleek een échte kleurenmachine te zijn, gemaakt door professor doctor ingenieur Anders, de beste professor van Eendengat. ,,Met deze machine kun je kleuren veranderen", vertelde Anders. ,,Er is maar één klein probleempje: hij doet het niet zo goed. Daarom mag niemand er aan komen."

Maar natuurlijk kon Pip er niet vanaf blijven. Nieuwsgierig als ze was, drukte ze wat knopjes in. Het gevolg? Veel rook en lawaai. Maar wat erger was: alle mooie kleuren verdwenen. De kleren van Floor, de ballonnen en slingers: alles werd zwart, wit of grijs. De twee vriendjes konijn Flapoor en hamster Joppie vonden het maar niets. ,,Zo is het niet echt carnaval", vond het duo dat tussen het 'serieuze' toneelstuk door zorgde voor gezellige liedjes en allerlei grapjes maakte met het publiek.

Toen de professor weer op het toneel verscheen, hoopten alle kinderen dat hij de kleuren weer terug zou vinden. Maar wat was de juiste kleurencode ook alweer? Assistente Leontien werd gebruikt als proefkonijn, maar de code bleek onjuist waarna een grote ontploffing volgde. Gelukkig bleek de burgemeester van Eendengat een kleurenschijf in bezit te hebben waar de goede code in zat. Vol spanning keken de donseendjes toe hoe de verstrooide professor een laatste poging deed. Gelukkig met succes: alle vrolijke kleuren keerden weer terug in de Kwekpoel.

De voorstelling liet de kinderen ademloos toekijken. Mijn kleuter vond het eigenlijk net iets té spannend. Een klein handje werd af en toe zoekend naar steun op mijn been gelegd. Zijn verlegen houding veranderde op slag toen aan het einde van de voorstelling dé carnavalshit van dit jaar werd gedraaid. 'Handjes omhoog, handjes omlaag. Stampen met de voeten en spring, spring, spring'. Nooit geweten dat al die donseendjes letterlijk de vloer van de Kwekpoel kunnen laten trillen.

Dat mijn vierjarige tóch had genoten, bleek bij thuiskomst. Vol overgave vertelde hij over kleuren, machines en professors. ,,Volgend jaar weer?" vroeg ik hem. De reactie: ,,Als ik zin heb. Denk het wel. Carnaval is leuk."

FOTO BOVEN: De donseendjes kijken ademloos naar wat er op het podium gebeurt. (Foto: Albert Stolwijk).