Afbeelding
Foto:

Over oud en nieuw gesproken...

COLUMN JOLEEN VAN ROOIJ

Ik weet het nog heel goed: ik was dertien en woonde in de Boxtelse wijk Selissenwal. Het was een tijd waarin we als buurtkinderen vaak en veel buiten speelden. We belden gewoon bij elkaar aan of klepperden een keer met de brievenbus en gingen dan de hort op. Lekker stoepranden of in de brandgangen van de Sint-Jorisstraat verstoppertje spelen. 'Landje pik' deden we ook. Ja, gewoon met een mes hoor. Er was geen haar op ons hoofd die er aandacht dat je met zo'n mes ook andere dingen zou kunnen doen. Spannend was het wel natuurlijk.

En ja, er werd ook kattenkwaad uitgehaald in die tijd. Als je jong bent, moeten er nu eenmaal dingen ontdekt worden. De grenzen werden destijds ook in onze buurt voorzichtig opgezocht. Belletje trekken bijvoorbeeld : jémig wat vond ik dat eng. Minutenlang overleg en gegiechel over wie er aan de beurt was en bij wie we zouden aanbellen. En dan wegrennen en een kwartier lang niet uit de verstopplaats durven komen.

Stoepje schoon

Onze buurt was destijds een fijne en redelijk hechte gemeenschap. We kenden elkaar en de ouders kenden en herkenden ook elkaars kinderen. Iedere uitgehaalde streek was dan ook meestal binnen het uur opgebiecht en verontschuldigd en daarna: even goede vrienden. Tijdens de spannende periode in de aanloop naar oudejaarsavond werd er links en rechts al een rotje afgestoken. Met oud en nieuw stond iedereen aan de voordeur en werd er vrolijk geknald en de stoepen en straten werden daarna keurig schoongeveegd.

Mijn vader was overigens een kei in het afsteken van mooi siervuurwerk. Maar hij had ook een ondeugende kant hoor. Zo weet ik bijvoorbeeld uit familieverhalen dat hij bij mijn oma (vér voor mijn geboorte) haar hele moestuintje aan gort had geschoten met carbid. En mijn tante is ooit hard weggerend voor een 'gillende keukenmeid' die 'per ongeluk' richting haar voordeur kwam. Dit zijn overigens de braafste verhalen die ik met u deel. Mijn moeder zaliger riep vroeger vaak: 'Ik zal de boeken maar niet openslaan...', waarop mijn vader dan meestal grinnikend wegliep.

Fikkie stoken

Enfin, terug naar het jaar waarin ik dertien was. Het was 6 januari, de dag dat de kerstboom het huis uit ging. Veel mensen legden de boom dan aan de straat zodat deze opgehaald kon worden. Mensen die een tuin hadden, grepen in onze wijk dit heuglijke feit veelal aan om in de eigen tuin een fikkie te stoken. Wij natuurlijk ook. Prachtig vond ik dat! (Trouwens, ik stam uit een generatie waar het heel normaal was dat je op zaterdag het tuinafval gewoon zelf opstookte.) Maar in die nacht van 6 op 7 januari was er iets gaande waar ik bij wilde zijn. Ik had die dag al door dat een aantal buurtkinderen iets van plan was. Ik had al lopen ' vissen' , maar ik was een meisje en mocht niet mee. Tsss! Terwijl ik dus van niks mocht weten en dus ook niks te horen kreeg, besloot ik die nacht wakker te blijven. Vanuit mijn slaapkamerraam hield ik in de gaten of ik ergens beweging zag. En ja hoor, enkele kinderen leken zich te verzamelen en ik sloop het huis uit. (Eigenlijk was dat het avontuur waar ik achteraf het meest van genoten heb: stiekem het huis uitsluipen in de nacht.)

Een paar straten verderop haalde ik het groepje in. Blij met mijn komst was men niet. En dat snap ik nu ook wel. Ik vond het allemaal eigenlijk veel te eng en ik was te braaf. Na overleg mocht ik op gepaste aftstand toekijken en moest beloven stil te zijn. ,,Best", zei ik toen maar vlug. Nou, ik vond het eerlijk gezegd maar niks en had allang spijt dat ik er bij was. Bij de winkels aan de Baandervrouwenlaan lag namelijk een kerstboom. En daar moest de fik in. En die ging me toch in de hens! En wat bén ik hard naar huis gerend! Nee, geen brand uitgebroken godzijdank. Geen gewonden gelukkig. Maar één ding wist ik zeker: dit doe ik nóóit meer!

Niet leuk meer...

Rond de jaarwisseling komt deze herinnering af en toe weer naar boven. Zo ook dit jaar. Terwijl vorig jaar de goegemeente zich prima leek te houden aan de nieuwe vuurwerkregels, was het hier, in mijn huidige woonplaats Liempde, al enkele dagen vóór oudjaar flink raak. En dan heb ik het niet over gillende keukenmeiden, of over baby-rotjes. Het lijken nu wel bommen! Ik heb de pech dat onze oude hond sinds een paar jaar doodsbang is voor de knallen en niet meer naar buiten durft voor een plasje. Mijn katten zitten al twee dagen angstig op de trap. Ik vind oud en nieuw daarom al een paar jaar helaas he-le-maal niet meer leuk! En wanneer ik op social media lees dat verschillende honden tijdens het uitlaten weggelopen zijn, wat zou het dan toch mooi zijn, wanneer we in onze gemeente samen iets kunnen verzinnen om de jeugd te kunnen laten genieten van het vuurwerk. Maar zonder dat hier zo enorm veel mensen en dieren hinder van ondervinden!