Afbeelding
Foto:

HANDHAVING SUBSIDIE MUZIEKEDUCATIE

Muziekkorpsen blij met toezeggingen wethouder

HENK VAN WEERT

De kritiek op het nieuwe subsidiebeleid van het gemeentebestuur die de twee harmonieën uit Boxtel en de fanfare uit Liempde en Lennisheuvel vorige week in deze krant uitten, is in een ander daglicht komen staan. Wethouder Marusjka Lestrade gaf in dezelfde krant al aan niet te bezuinigen en verduidelijkte dat zaterdag nog eens in een reactie op Facebook. De muziekkorpsen zijn opgelucht. Maar nog niet helemaal...

De voorzitters van de vier verenigingen voerden de voorbije maanden afzonderlijke gesprekken met de wethouder. Los van elkaar hadden ze daaruit geconcludeerd dat het bedrag van 48.000 euro dat ze sinds het faillissement van MIK Kunsteducatie in 2015 jaarlijks krijgen voor muzieklessen, vanaf 2019 zou stoppen. De wethouder gaf vorige week al aan dat daarvan geen sprake is. Wel wacht ze op een ontwikkelingsplan om de opleidingen verder uit te bouwen.

Dat plan is in de maak, zeggen de clubs. Onlangs vond een netwerkbijeenkomst plaats waarvoor alle muziekdocenten in de gemeente Boxtel waren uitgenodigd. Binnenkort volgt de ondertekening van een intentieverklaring om buitenschoolse muziekeducatie op alle soorten instrumenten aan te bieden. ,,En dat zou de wethouder ook moeten weten, want daarvoor is de basis al opgenomen in de prestatiecontracten die onze verenigingen hebben afgesloten met de gemeente", zegt Hans Vermeulen van Concordia Liempde.

Samen met zijn collega-voorzitters Paul van Alphen (Boxtel's Harmonie), Paul Hermans (Sint-Arnoldus Lennisheuvel) en Jan de Koning (Gildenbondsharmonie) toont Vermeulen zich verheugd dat het subsidiebedrag toch overeind blijft. ,,Én dat daarnaast cultuursubsidies beschikbaar blijven voor speciale projecten. Wij hadden begrepen dat die voortaan uit het beschikbare bedrag voor muzieklessen zouden worden betaald. We zijn blij dat de wethouder toezegt, dat hiervoor een apart potje is en blijft", vult Hermans aan.

APPELS MET PEREN...

Het stuit de muziekverenigingen wel een beetje tegen de borst dat de wethouder in haar reactie rept over de ruim tienduizend zogeheten contactmomenten die de twee jaar geleden aangestelde muziekcoördinator heeft gehad in het basisonderwijs. ,,Dit aantal zou door ons en het vroegere MIK nooit haalbaar zijn, zegt mevrouw Lestrade. Maar dat is appels met peren vergelijken en leidt tot een verkeerde beeldvorming. Met één ukelele-lesje in een klas ben je al gauw aan dertig van die contactmomenten. Dat is heel wat anders dan de intensieve en individuele muzieklessen die wekelijks nodig zijn om nieuwe muzikanten voor onze orkesten op te leiden", zegt Van Alphen.

De Koning rekent voor dat de opleiding van een harmonie- of fanfareleerling op jaarbasis zo'n 950 euro kost. ,,Ongeveer de helft, 480 euro subsidieert de gemeente. De rest betalen de clubs en de leerling zelf. Hiermee hebben we drie jaar geleden een bezuiniging gerealiseerd van zo'n 200 euro per leerling ten opzichte van de opleiding die MIK verzorgde."

De wethouder reageerde zaterdagochtend op Facebook nadat ze de avond ervoor, na afloop van het verkiezingsdebat van Brabants Centrum in de raadzaal, over het krantenartikel werd aangesproken door een bezorgde muziekleerling. In die reactie stelt Lestrade ook dat de muziekkorpsen naast een bijdrage voor muziekopleidingen ook een basissubsidie ontvangen. Die zou conform het advies van de nationale muziekbond KNMO zijn, maar dat is niet geheel juist, stellen de vier voorzitters: ,,Volgens dat advies zouden we gezamenlijk op jaarbasis zo'n 84.000 euro moeten ontvangen, maar we krijgen iets meer dan 47.000 euro. Gelukkig wordt het bedrag voortaan wel geïndexeerd. Daar zijn we blij mee."

FOTO BOVEN: Onlangs startte in Muziekhuis Boxtel een nieuwe vorm van muziekeducatie: het pieporkest.


Nalatigheid wordt gedoogd...

Wanneer je enige tijd geleden over de Fellenoord bij de hoek naar de Rechterstraat liep, dan kreeg je na regenachtig weer gegarandeerd natte kleren. De oorzaak was/is een uit de kluiten gegroeide heg die van het begin af aan niet of onvoldoende gesnoeid is. Daardoor bleef er nauwelijks voldoende ruimte om met een rolstoel de zeer nauwe doorgang te bewandelen. De gemeentelijke dienst is meerdere keren telefonisch verzocht om de bewoner hier op aan te spreken. In een van de terugbelmomenten is zelfs voorgesteld om de openbare nutsvoorziening (lantaarnpaal) iets te verplaatsen omdat de gemeente erg hecht aan groen. Het zou een kaal gezicht zijn wanneer deze heg teruggesnoeid werd.

En wat schetst mijn verbazing: Inderdaad is de lantaarnpaal zeer recent enkele tegels verplaatst zodat de doorgang weer breed genoeg is. Niet de eigenaar of bewoner aanspreken op de verplichting om de heg voldoende terug te snoeien zodat deze niet meer bijna een meter over voetgangersgebied hangt, neen, dat wordt dan gedoogd door een openbare nutsvoorziening te verplaatsen. Deze verplaatsing zal toch gauw vele honderden euro's gemeenschapsgeld hebben gekost, vele afdelingen en ambtenarentijd, terwijl een heg snoeien een fractie van dat bedrag kan zijn. Terwijl anderen worden gewezen op hun tekortkoming, lijkt deze bewoner een voorkeursbehandeling te krijgen. Het moet niet gekker worden. Straks is het eind zoek. Nog een tijd laten doorgroeien en dan het gehele kruispunt maar aanpassen?

Boxtel doe wat je hoort te doen, wijs deze bewoner op zijn plicht en dwing de heg terug te snoeien. Was deze heg van het begin af aan netjes teruggesnoeid en kort gehouden, dan had je nu een mooie groene heg gehad, had men geen nat pak hoeven te krijgen en was er heel veel gemeenschapsgeld bespaard gebleven.

        JAN WILLEM SCHOTMANS


Kerkenvisie

Als kerkbestuurder heb ik de volgende vraag: zijn de politieke partijen bereid om in het nieuwe regeerprogramma of beleidsplan een paragraaf op te nemen om een kerkenvisie te ontwikkelen voor Boxtel in de komende beleidsperiode? Door afnemend kerkbezoek dreigen kerkgebouwen de deuren te sluiten en wordt het moeilijker om waardevolle kerkgebouwen, meestal met een monumentenstatus, voor de toekomst te behouden. Een kerkenvisie is een instrument om alle mogelijkheden en onmogelijkheden van ons religieus erfgoed in kaart te brengen. Door in een langetermijnplanning het aanbod van erfgoed, de mogelijkheden van herbestemming en de kracht of aandacht voor een gebied inzichtelijk te maken, kan met visie het gemeentelijk beleid worden vastgesteld. Zo kan er worden voorkomen dat op ad-hoc-basis over het lot van een vrijkomende kerk wordt beslist. Sluis, Utrecht en Deventer gingen hier reeds toe over.

        PIETER SPRINGER

Ouderling-kerkrentmeester
Protestantse Gemeente Boxtel