WAMMES I (1966) Jan Daudey
WAMMES I (1966) Jan Daudey Foto: SOC De Waggelaars

OPENBAAR CARNAVAL, HOE HET BEGON EN WAT ER AAN VOORAFGING

'Die onzin mag maar een uur duren'

HENK VAN WEERT

De benoeming van Jan Swinkels tot eerste carnavalsprins in februari 1963 geldt als startsein voor de openbare viering van het zottenfeest in Boxtel. Maar in de jaren ervoor - carnaval werd alleen achter gesloten deuren en in kroegen gevierd - werden daarvoor al de voorbereidingen getroffen. Een overzicht.

De inmiddels overleden Boxtelaar Jan Bertens maakte medio jaren vijftig het Bossche carnaval mee. ,,Ik was onder de indruk van hetgeen ik in Oeteldonk had meegemaakt. Zo'n optocht met een echte prins en volop muziek. Prachtig!", vertelde hij tijdens een interview in deze krant aan de vooravond van carnaval 2013, daags voordat hij tachtig werd.

Zo'n feest als in Oeteldonk moest er in zijn woonplaats ook komen, vond Bertens. Dus vroeg hij aan het gemeentebestuur in 1958 toestemming om tijdens carnaval met een optocht door de Boxtelse straten te trekken. Burgemeester Martien van Helvoort drukte hem echter op het hart dat 'die onzin' echter niet langer dan een uur mocht duren.

Een jaar later mochten ook op andere carnavalsdagen activiteiten op straat gehouden worden. Tenminste, als het gemeentebe­stuur het gedrag van de feestvierders goedkeurde. Dagelijks moest opnieuw een vergun­ning worden verleend en daarmee hadden B. en W. een flinke stok achter de deur.

EERST EEN OPTOCHT

Tijdens carnaval 1961 bleef een openbare viering beperkt tot twee kinderop­tochten. Wel werd na afloop in Brabants Centrum geconstateerd dat er een toename was van het aantal carnavalsverenigin­gen: 'En de in deze intieme kringen ontplooide kolderac­tiviteiten bedroegen misschien wel het elfvoudige van andere jaren'. Achter de ramen en deuren werd Boxtel rijp voor de officiële annexatie door Prins Carnaval.

Het lukte de carnavalsclubs onderling niet om zo'n Boxtelse leutvorst aan te wijzen en dus klopten zij voor hulp aan bij Boxtel Vooruit. Met name door de inzet en ijver van haar voorzitter Guus van der Meer werd in 1962 de eerste officiële carnavalsoptocht gehouden.

Vergezeld van de plaatselijke harmonieën en onder grote publieke belangstel­ling, trokken acht deelnemers op een zonnige carnavalszondag de straten: De Agterblijvers, (café Strik, Eindho­venseweg); De Vrolijke Kei­stampers (café Joh. van Run, Stations­straat; De Vrolijke Voortrek­kers (café Van den Besselaar, Markt); De Vriendschap (café Bartje Dan­kers, Stationsplein); De Schipbreukelin­gen (café 't Schipke, Bos­sche­weg); De Plekkers (café Van Trigt, Spoorstraat) en De Ketting (café De Oude Ketting, Bossche­weg). CV De Natneuzen bestond al en wel maar wordt niet vermeld in de annalen.

De laatste praalwagen, die van De Ketting, won de eerste prijs: een vetleren 'medallie' en een geldbedrag van 115 gulden voor de metershoge ooievaar die de geboor­te van een echte Boxtelse carna­valsprins voorspelde.

JASKE D'N DUBBELDEN

Jas de Keistam­per ontpopte zich tijdens de prijsuitreiking van de optocht als een reusachtige tonprater en introduceerde als klap op de vuurpijl hij zijn ludieke alter-ego: Jaske den Dubbelden, waarschijnlijk geïnspireerd door de Bossche boer Knillis. Maar de mascotte werd nog diezelfde nacht ontvoerd. Tijdens de sluitingsceremonie op dinsdagavond bleken de kidnappers enkele leden van De Agterblijvers die Jaske weer terug brachten. De aanvankelijk scherp veroordeelde actie, ontpopte zich als een prachtig ludiek voorval.

Boxtel Vooruit nodigde de acht deelnemers aan de optocht in november 1962 uit voor een gekostumeerd elf-elfbal. Er wordt een lokaal carnavalslied gekozen en clubs stemmen ermee in dat tijdens carnaval een Boxtelse prins met raad van elf de macht overneemt en vervolgens de organisatie van openbaar carnaval invulling geeft.

Kort voordat het kolderfeest in februari 1963 los zou barsten, werd de prins voorgesteld aan de clubbesturen. Het was de uit het Limburgse Horst afkomstige Jan Swinkels, die nog maar net in Boxtel woonde en kort ervoor was benoemd tot docent aan de toenmalige schildersschool, nu mbo SintLucas.

Prins Jan d'n Urste werd op carnavalszondag officieel ontvangen in het gemeentehuis en vervolgens op het bordes voorgesteld aan het Boxtelse publiek. Vervolgens startte de optocht en werd Jaske den Dubbelden 'uitgehaald'. Drie dagen troont de mascotte op een ereplaats op de Markt.

RAAD VAN 11 EN HOFKAPEL

In gezelschap van zijn raad van elf, gevormd door Paul Maas, Antoon de Otter, Noud Verhulst (kort daarna tijdelijk vervangen door Piet Rood), Harrie van der Krabben jr, Broer Peijnenburg, Ad van Meurs, Geert van de Wetering, Hans Bevers, Jef van den Borne, Jan Spooren­berg en Jac. van den Berge (later vervangen door Broer Geeris), trok zijne doorluchtige hoogheid drie dagen van kroeg naar kroeg.

Op de laatste dag van zijn rondgang door het tot Keistampersdurp omgedoopte Boxtel, trof prins Jan in café De Sportwereld (nu Grieks restaurant Corfu, Stationsstraat) de een jaar eerder opgerichte blaaskapel van Boxtel's Harmonie die daar een clubfeest muzikaal opluisterde. Er was niet veel voor nodig om de muzikanten van Die Zwetschgenbub'n over te halen zich aan te sluiten bij het prinselijk gezelschap. Bijna veertig jaar lang trad deze voorloper van de huidige Aggemarvanhuisaf Band op als hofkapel.

In december 1963 droeg Boxtel Vooruit de organisatie van openbaar carnaval over aan de toen gevormde prinsenvereniging. Die introduceerde voor het Boxtelse spotrijk de naam Eendengat. Lees daarover meer op de pagina hiernaast.

JANDOMES I (1967) Rien v.d. Braak
KWEKSTAMPER I ('69) Piet Hendriks
DONALD II (1983) Gerard Smits
JOHN I (1985) John von Berg
WINUS I (1989) Wijnand de Vries
BART I (2002) Berry Dankers
ANTONIO (2004) Toon Vriens
GIJSBERTO (2006) Gijs Michiels