Afbeelding
Foto:

De Gildenhofbuurt

De straten in de buurt van de Gildenhof zijn genoemd naar de gilden die vanaf de middeleeuwen in Boxtel actief waren. In steden waren gilden belangenorganisaties voor beroepsgroepen. Op het platteland waren het veelal lokale milities die hun dorp beschermden als roversbenden of vreemde legers rondtrokken. Óf broederschappen waarvan de leden elkaar steunden bij ontij.
Op de gilde- of schuttershof werden schietoefeningen gehouden. De gilden werden naar een patroonheilige vernoemd, vaak afhankelijk van het wapen waarmee geschoten werd. Zo schoot het Sint-Sebastiaangilde met de handboog en het Sint-Jorisgilde met een voet- of kruisboog. Van het Sint- Barbaragilde is een akte van roggepacht gevonden die dateert van vóór 1470 en van het Sint-Catharinasgilde is er een erfpachtakte uit 1471. Van het Sint-Sebastiaangilde is niet veel meer bekend dan dat het in 1528 een 'caert' ontving van Philips van Horne, de heer van Boxtel. Die verleende in verstrekte datzelfde jaar ook zo'n huishoudelijk reglement aan het Sint-Jorisgilde. Van het Sint-B Barbaragilde is koningszilver bewaard gebleven dat tentoongesteld wordt in het Noordbrabants Museum. Het gildeboek van Sint-Joris bevindt zich in het Rijksarchief te Utrecht. De vier gilden werden in de tweede helft 19e eeuw opgeheven omdat het geestelijkheid zich verzette tegen de feestelijke gildebijeenkomsten.
In 1996 werd het huidige gilde Sint-Barbara & Sint-Joris (her)opgericht. Imkervereniging Sint-Ambrosius stond eertijds ook als gilde bekend.

Afbeelding