Jermaine van Middegaal houdt de motor in bedwang tijdens de eerste wedstrijd van het Nederlands Kampioenschap zijspanracen in Hengelo. Samen met rijder Wiggert Kranenburg staat hij nu bovenaan in de stand. (Foto: Marcus Gerzack).
Jermaine van Middegaal houdt de motor in bedwang tijdens de eerste wedstrijd van het Nederlands Kampioenschap zijspanracen in Hengelo. Samen met rijder Wiggert Kranenburg staat hij nu bovenaan in de stand. (Foto: Marcus Gerzack). Foto: Marcus Gerzack

VAN MIDDEGAAL UIT LIEMPDE GAAT AAN KOP TIJDENS HET NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP

Hangen en wurgen tijdens de zijspanrace

PÅL JANSEN

Met topsnelheden van 280 kilometer per uur scheurt Jermaine van Middegaal (28) uit Liempde over het asfalt op een kleine zijspan; staand, liggend, hangend en wurgend. Samen met rijder Wiggert Kranenburg vormt Jermaine als passagier team Kranenburg, dat na het eerste weekend van het Nederlands kampioenschap aan kop gaat in de zijspanklasse.

Het zijspanracen was in Nederland een stuk groter dan dat het nu is, weet ook bakkenist Jermaine van Middegaal. ,,In de jaren tachtig was het enorm populair. Eerst kwam het zijspanracen, dan pas de Formule 1. Egbert Streuer, drievoudig wereldkampioen zijspanracen, is er in die periode miljonair van geworden."

Maar die tijden liggen al een poos in het verleden weet de Liempdenaar. Nog een aantal in de wereld kunnen er van leven. Start- en prijzengeld is er niet meer. ,,Racen kost op jaarbasis al gauw 15.000 tot 20.000 euro. Zonder sponsors krijg je het simpelweg niet voor elkaar. Die moeten het een racer ook gunnen", vertelt Jermaine. ,,We zijn er met zijn allen mee bezig om de sport populairder te maken, zowel de organisatie als de racers. Wij proberen altijd een mooie race neer te zetten. Dat lukt ook vrij aardig; afgelopen weekend stond het publiek op de banken."

KOPLOPER

Het Nederlands kampioenschap zijspanracen vond toen namelijk plaats. Momenteel gaat Jermaine met zijn racepartner Wiggert Kranenburg aan kop: de eerste manche wonnen zij en eindigden bij de volgende als vierde. ,,In totaal zijn er acht weekenden waarin geracet wordt om het Nederlands kampioenschap. Dat doen we samen met het Duits kampioenschap, dus we rijden ook in Duitsland. Ik kan helaas niet meedoen wegens een blessure, maar komend weekend racet Wiggert met een vervanger op de Nürburgring."

Het is voor het eerst dat Jermaine als passagier aan kop gaat tijdens het Nederlands kampioenschap. Frappant detail: pas dit jaar stapte hij bij Wiggert in de zijspan. ,,Wiggert vroeg me om mee te trainen op een circuit in Frankrijk. Zijn vaste bakkenist kon niet. Vlak daarna zei die ook af voor het seizoen."

PLEZIER

De twee wisten op voorhand al precies wat ze aan elkaar zouden hebben. ,,Het grappige is dat Wiggert bij mij begon met rijden. Ik heb hem het zijspanracen geleerd. Toen reden we in de middenmoot. Maar hij is al die jaren doorgegaan en heeft zich sterk ontwikkeld."

De Liempdenaar kon instappen omdat hij nog geen team had; de afgelopen jaren deed hij verschillende seizoenen niet mee. Het zoeken van sponsors, lange reistijden, jaarlijks flink wat raceweekenden en daar bovenop nog fulltime werken vergde behoorlijk wat inspanning. ,,Als we bijvoorbeeld een keer een wedstrijd in Oost-Duitsland hadden, dan was ik zondag pas om 02.00 uur 's nachts terug. Dan moest ik de volgende dag gewoon werken."

De liefde voor de sport begon voor dit seizoen toch weer te kriebelen bij de bakkenist. ,,Ik heb het plezier echt teruggevonden. Eerst voelde het meer als moeten, maar dat is nu verdwenen. Nu is het ook anders. Voorheen stonden we lager, nu doen we in de top mee."

RISICO'S

Bovenaan is het spannender, maar wordt er ook vaker een risicootje genomen om te winnen, bekent Jermaine. Topsnelheden op rechte stukken liggen zo rond de 280 kilometer per uur. Hij staat dan los op de zijspan en gaat soms met zo'n 180 door de bochten, hangend over het voertuig om dat in bedwang te houden. ,,Veel mensen denken dat het een beetje van links naar rechts bewegen is, maar dat is totaal niet zo. Als we bijvoorbeeld naar buiten schuiven, dan moet ik mijn hele gewicht naar voren zien te krijgen om grip te krijgen op het voorwiel. Je gebruikt heel intensief je lichaam."

Het risico ligt nog hoger op straatcircuits. Juist daarom spreken dat soort parcours de Liempdenaar het meeste aan. ,,Er wordt dan een route uitgezet op bijvoorbeeld een industrieterrein of een openbare weg, soms met bomen langs de weg. Sommige teams rijden daarom het liefst alleen op circuits, maar ik vind dat alleen maar mooi. Het geeft een extra kick."