José van Dijck groeide op in Boxtel, in een gezin van acht kinderen aan de Baandervrouwenlaan.
José van Dijck groeide op in Boxtel, in een gezin van acht kinderen aan de Baandervrouwenlaan. Foto: Milette Raats

JOSÉ VAN DIJCK: Wetenschapper met eindeloze nieuwsgierigheid

Als een kind in een snoepwinkel. Zo voelt José van Dijck (56) zich bij de Koninklijke Akademie van Wetenschappen in Amsterdam. In mei 2015 werd ze benoemd tot president van de overkoepelende organisatie van onderzoeksinstituten met 1.500 mensen in dienst. Hoewel ze al vele jaren weg is uit Boxtel, heeft de plek waar ze opgroeide nog altijd een speciaal plekje in haar hart...

Het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal: een bijzonder pand uit de zeventiende eeuw dat een omvangrijke historie met zich meedraagt. Nadat het in eigendom was van de familie Trip, stichtte koning Lodewijk Napoleon er het Koninklijk Instituut voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten, de voorloper van de KNAW. In de periode 1815-1885 was het Rijksmuseum er gevestigd en hing er De Nachtwacht, het meest bekende schilderij van Rembrandt van Rijn. ,,Je mag hier niet weggaan zonder dat je een aantal ruimtes van binnen hebt gezien. Ik leid je graag nog even rond", lacht Van Dijck.

Het kenmerkt de hartelijkheid van de oud-Boxtelse die anderhalf jaar geleden werd benoemd tot president van de KNAW. De organisatie werd opgericht als adviesorgaan van de regering, een taak die nog steeds wordt vervuld. Aan de KNAW zijn wetenschappers uit allerlei gebieden verbonden. Bovendien is zij verantwoordelijk voor vijftien instituten die met hun onderzoek en collecties tot de voorhoede van de Nederlandse wetenschap behoren. ,,In het Trippenhuis vinden vaak lezingen en symposia plaats", legt Van Dijck uit. ,,Vaak verzorg ik dan het openingswoord en woon ik nog een gedeelte bij. Wist je dat wetenschappers héél gepassioneerd over hun vak kunnen vertellen? Vaak kunnen ze niet meer ophouden met praten. Zoals Ben Feringa, dit jaar winnaar van de Nobelprijs 2016 voor Chemie. Toen hij over nanomotortjes begon, viel ik bijna van mijn stoel. Wát een verrijking. Je beweegt je in boeiende werelden. Geweldig dat ik van mijn nieuwsgierigheid mijn beroep heb kunnen maken."

Een eindeloze nieuwsgierigheid: ook die eigenschap kenmerkt Van Dijck, die tot haar achttiende levensjaar in Boxtel woonde. Ze groeide op aan de Baandervrouwenlaan in een gezin van acht kinderen. ,,Als kind vond ik het al heerlijk om te lezen. Ondanks dat het nooit stil was in huis, kon ik me volledig verdiepen in boeken. Dat is nog steeds zo: in drukke ruimtes kan ik me perfect concentreren." De laatste keer dat ze in Boxtel was, was alweer twee jaar geleden. ,,Ik weet meteen waar ik naartoe moet en herken nog alles."

Het gevoel voor gezelligheid, het opzoeken van samenwerking en oog voor een ander: haar tijd in Boxtel heeft Van Dijck, die na haar eindexamen uitvloog naar Utrecht, gevormd. Herinneringen aan haar jeugd heeft ze nog volop. ,,Warmte en gezelligheid kenmerken die tijd. We zijn nog altijd een hecht gezin. Met Kerstmis komen we weer allemaal bij elkaar. Ons huis was vroeger al vol genoeg met alle kinderen, maar ik herinner me dat we allemaal nog vriendjes of vriendinnetjes meenamen." Na de meisjesschool Maria Koninginschool ging Van Dijck, net als al haar broers en zussen, naar het Jacob-Roelandslyceum. ,,Een geweldige tijd. Ik ging met enorm veel plezier naar school en vond het geweldig om iedere dag te leren Ook zat ik in allerlei clubjes. Zo organiseerden we met enige regelmatig filmavonden in jongerencentrum Open Huis. Ook leefde basketbal sterk in de tijd dat ik er naar school ging. Op een behoorlijk niveau werd de sport beoefend. Ik herinner me nog dat we voor de schoolteamcompetitie mochten afreizen naar het buitenland. Waar mijn broer naar Turkije mocht en mijn zus naar Israël, maakte ik een tripje naar het Belgische Kortrijk…"

MOVING TARGET

'Ik hoop dat mensen me niet alleen herinneren
als eerste vrouwelijke KNAW-president'

Al haar broers en zussen gingen studeren na het JRL. ,,Dat was niet vanzelfsprekend in die tijd. Mijn ouders stimuleerden dat heel erg. Daar ben ik ze zeer dankbaar voor", vertelt Van Dijck, die na de middelbare schooltijd koos voor een studie Nederlands. ,,Er wordt automatisch aangenomen dat ik een uitmuntende leerling was, maar ik was juist heel gemiddeld. Wel leerde ik met gemak. En ik deed er, net als op het JRL, allerlei dingen naast, zoals toneel, sport en spel."

Na haar studie en een jaar gewerkt hebben als docent, koos Van Dijck ervoor te promoveren. Ze reisde, samen met haar huidige echtgenoot, op haar 26e naar San Diego. Daar kwam ze in aanraking met de mediawetenschap, een onderzoeksveld dat net opkwam in de Verenigde Staten en in Nederland nog niet echt leefde. ,,Ik kwam erachter hoe fascinerend de mediawereld is. Een 'moving target', dat onder je ogen verandert. Bovendien hebben media grote invloed op cultuur en de inrichting van de samenleving. Bij dit onderzoeksveld kun je echt in de huid van de samenleving kruipen. Vanaf het moment dat ik met dit gebied in aanraking kwam tot nu, is het nog net zo fascinerend. Het is ontzettend belangrijk om tendensen te duiden en te kijken wat de rol van de media is. Momenteel zie je dat de zogenoemde instituten worden vervangen door online platformen, zoals Facebook en Airbnb. Daarover heb ik net een boek uitgebracht." In 1991 verruilde ze San Diego voor Groningen (,,Een hele omslag, met name het klimaat...") om een universitaire opleiding Journalistiek op te zetten.

In 1995 werd Van Dijck docent aan de Universiteit Maastricht, in 2001 hoogleraar mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam. Binnenkort, op 1 januari, switcht ze naar de Universiteit Utrecht, waar ze als universiteitshoogleraar gaat werken ,,Weer een nieuw hoofdstuk waarbij ik terugkeer naar de universiteit waar ik studeerde." De functie combineert ze met het KNAW-presidentschap. ,,Hierdoor kan ik de voor mij drie mooiste onderdelen met elkaar combineren: onderzoek, onderwijs en besturen."

ROLMODEL

De eerste helft van de bestuursperiode van Van Dijck bij het KNAW zit er inmiddels alweer op. ,,Ik begon wat huiverig aan de functie. Veel mensen legden de nadruk op het feit dat ik de eerste vrouwelijke president van het KNAW was. Zelf vond ik het de normaalste zaak van de wereld, maar voor veel mensen blijkt het toch iets bijzonders te zijn. Bovendien krijg ik nog steeds veel reacties van jonge vrouwen. Ze zien me als een rolmodel en e-mailen me: 'zo fijn dat ik kan zien dat deze functie ook voor mij mogelijk zou kunnen zijn." Van Dijck begrijpt dat het aantal vrouwelijke hoogleraren achterblijft. ,,Op het moment dat er echt vlieguren moeten worden gemaakt, krijgen veel vrouwen jonge kinderen. Daarom blijft het belangrijk dat er een eerlijke verdeling is tussen mannen en vrouwen op het gebied van werk en zorg."

Dit jaar werd Van Dijck nóg meer een rolmodel: ze werd door tijdschrift Opzij gekozen tot 'meest invloedrijke vrouw van Nederland'. ,,Daar kon ik niets aan doen", glimlacht Van Dijck. ,,Voor mij was het een eer dat met deze verkiezing de sector onderwijs en wetenschap in het zonnetje werd gezet. Van kleuterjuf tot hoogleraar: het opleiden van jonge mensen is enorm belangrijk. Je ontwikkelt met onderwijs een bepaalde attitude..."

Hoe hoopt Van Dijck dat mensen haar herinneren als KNAW-president? ,,Ik wil graag meer naar buiten treden met de Akademie. Wetenschap is ontzettend belangrijk, maar er wordt steeds minder in geïnvesteerd. Terwijl de wetenschap enorm veel oplevert. Denk maar aan een gezondere en beter opgeleide bevolking en meer bedrijvigheid in het land door uitvindingen. Ik pleit er dan ook voor dat de overheid structureel één miljard euro per jaar méér uittrekt voor de wetenschap en hoop dat politici steeds meer bewust zijn van de urgentie." Stellig: ,,Ik hoop vooral dat mensen me niet alleen herinneren als de eerste vrouwelijke KNAW-president..."

Afbeelding