Om het centrum van Boxtel een economische impuls te geven, is het nodig om anders te gaan denken. Dat stelt Hans Pel.
Om het centrum van Boxtel een economische impuls te geven, is het nodig om anders te gaan denken. Dat stelt Hans Pel. Foto: Henk van Weert

HANS PEL HERHAALT PLEIDOOI VOOR INVOERING VAN LOKALE MUNT

'De grote weggegooid-geld-show...'

Al jaren wordt er aan het centrum van Boxtel gepunnikt, gekloot, gepield, gefoefeld, aangerommeld, geprutst, gekeuteld, gebroddeld en gehannest. Dat stelt althans inwoner Hans Pel. ,,Het centrum bruist namelijk niet en dat schijnt wel te moeten. Het wil echter almaar niet lukken. Maar... van wie moet dat eigenlijk en waartoe, waarheen en hoe?", vraagt de historicus en gepensioneerd ondernemer zich in onderstaande opiniebijdrage af.

HANS PEL

Net als bij de beslissing om ambtelijk te fuseren met Sint-Michielsgestel heeft ook het streven naar een 'bruisend' centrum een hoog 'ze doen het allemaal, dus doen wij het ook'-gehalte. En dat zonder een scherp beeld van het waarom, het waarheen en het hoe. Het ware goed geweest als deze vragen helder beantwoord waren vóórdat actie werd ondernomen.

Het ware eveneens nuttig geweest om een duidelijk beeld te hebben van de oorzaken van de almaar durende malaise. Maar dat gebeurde allemaal niet of onvoldoende. Wel werd om de illusie van een voortvarende aanpak te wekken al snel een onvervalst economisch 'aanvalsplan' gemaakt. In het kader daarvan werden een dure 'professor' en een heuse 'centrummanager' in de arm genomen. Dit aandoenlijk naïeve beleid faalde tot nu toe jammerlijk.

Om de façade van daadkracht overeind te houden wordt de laatste tijd incidenteel met dure, maar voor de oplossing van de centrumproblematiek volstrekt nutteloze 'cadeaus' gestrooid. Van een structurele aanpak is geen sprake. Het centrum bruist nog steeds niet. Onlangs is alweer de derde (ideale) centrummanager aangesteld, terwijl het begrote geld nagenoeg op is, weggegooid geld dus.

'Wethouder is onze eigen
Don Quichot'

Wethouder Eric van den Broek ziet dat echter totaal anders. Hij was op basis van de evaluatie van begin september jongstleden zo tevreden over de 'behaalde resultaten' dat hij direct een ton extra in zijn aanvalsplan wil steken. Ach ja, een tonnetje meer of minder, wat maakt het uit? Maar wát wil de wethouder eigenlijk aanvallen, vraag ik mij af. Gezien de maatregelen die tot nu toe zijn genomen, wil hij terug naar de situatie van vóór de crisis. Maar die tijd is voorbij. Er is een nieuwe economische realiteit ontstaan.

Van den Broek is onze eigen Don Quichot die - gevangen zittend in een fictieve wereld - ten strijde trekt tegen de nieuwe werkelijkheid. Een hopeloze exercitie. Van het college en de raad verwacht ik in dit dossier al lang geen tegengas meer. Even hoopte ik dat de nieuwe centrummanager de wethouder wakker zou schudden, maar helaas, ook hij huppelt vrolijk achter hem aan.

De onlangs vertrokken centrummanager Jef van Stratum was realistischer, hij zag de hopeloosheid van het project blijkbaar wél in. Hij schoof de mislukking van het beleid voor een belangrijk deel in de schoenen van de ondernemers die zo beroerd samenwerken. Hier had hij een punt, want terwijl in de 'nieuwe economie' samenwerking het sleutelbegrip is, hebben de ondernemers zich nog onvoldoende los kunnen maken van de 'oude economie' die werd gekenmerkt door concurrentie, eigenbelang en competitie. Jammer, want door collegiale samenwerking worden de beste oplossingen bedacht. Daar kunnen peperdure managers, professoren en adviseurs nooit tegenop! En aanvalsplannen al helemaal niet.

'Vorm een lokaal coöperatief
netwerk'

Je kunt in dit soort situaties de bestaande realiteit niet veranderen door ertegen te vechten. Het is veel effectiever om een nieuw model te creëren dat de plaats inneemt van het falende systeem. Mijn voorstel is: creëer een model van samenwerking met als basisprincipe dat alle betrokkenen er baat bij hebben dat het goed gaat met alle andere betrokkenen. Het ultieme voorbeeld van dit principe is het natuurlijke ecosysteem dat alleen kan bestaan als alle organismen volledig 'meewerken' aan de instandhouding ervan.

Bijgevolg gaat het inzake de centrumproblematiek in zo'n 'ecologisch' model dus om een bredere en andersoortige samenwerking dan alleen tussen ondernemers onderling. Het gaat ook om een partnerschap van ondernemers met consumenten, leveranciers en overheid. Deze groepen hebben er allemaal baat bij dat het goed gaat met de andere betrokkenen. Zij kunnen een soort coöperatief netwerk vormen, lokaal of op regionaal niveau.

Dit idee past in de snelle verandering van de bestaande maatschappijorganisatie. Het al duizenden jaren lang bestaande piramidale patriarchale top-downsysteem maakt razendsnel plaats voor een horizontaal georganiseerde samenleving. Piramides van macht, ook lokale, zullen worden vervangen door netwerken van mensen met eenheid van opvatting over hoe ze willen samenleven. Denk aan de opkomst van broodfondsen, energie-, voedsel- en zorgcoöperaties en van allerlei digitale netwerken.

'Invoering lokale munt leverde me hoon en spot op'

Hoe krijg je zo'n ecologisch model van de grond? Een sterke aanjager kan de invoering zijn van een complementaire lokale of regionale munt. In maart 2015 heb ik daar al voor gepleit, onder meer in deze krant. Dat leverde mij vanuit de Boxtelse lokale politiek vooral hoon en spot op, en dat terwijl deze bollebozen de Boxtelaartjes-actie van Brabants Centrum alom bejubelen. Zij beseften blijkbaar niet dat het Boxtelaartje ook complementair geld is. Ach, 'niets is onnozeler dan onnozel gelach', schreef de Romeinse schrijver en staatsman Cicero zo'n tweeduizend jaar geleden al.

De invoering van complementair geld zal niet alleen het centrum, maar de hele lokale/regionale economie een enorme boost geven. Met een eigen munt kun je een circulaire economie opbouwen, waarin het geld niet naar buiten weglekt, maar binnen Boxtel of binnen de regio besteed moet worden. Bovendien kunnen kleine ondernemers in zo'n systeem wél krediet krijgen en nog renteloos ook! Er is al heel veel ervaring mee opgedaan, óók in Nederland. Daaruit blijkt dat dit alles leidt tot substantieel meer werk, meer omzet en inkomen voor het MKB (midden- en kleinbedrijf, red.) en derhalve ook voor meer inkomsten voor de gemeente, en - misschien nog wel belangrijker - tot een wezenlijke versterking van zowel de cohesie tussen de ondernemers onderling als van de sociale structuur in de gemeente of de regio. De introductie van complementair geld is tegenwoordig relatief eenvoudig. Alle benodigde tools zijn beschikbaar.

Gemeentebestuur en ondernemers in Boxtel: verdiep u in deze materie! Blijf niet doormodderen. Stop met dat tenenkrommende 'bruisend centrum'-gestuntel.


Herfstvakantie? Flink noten rapen! Ze zijn er volop...

De notenboom bij de boerderij van hun ouders op Selissen gaat gebukt onder een zware lading. Alhoewel... gíng gebukt onder een zware lading. Want veel walnoten zijn al gevallen en die werden gisteren geraapt. Iris, Jochem en Erik van Alphen raapten ze bijeen, samen met hun vriendje Brent.

De noten worden verkocht vanuit de aanhanger die normaliter achter de skelter hangt. Voor tweeënhalve cent per stuk. Net als de kastanjes overigens, die ook in groten getale vallen deze herfstvakantie. De kinderen waren er maar druk mee. (Foto: Albert Stolwijk)

Afbeelding