Een foto uit de collectie van piloot Arthur F. Moss, die het opstijgen van gliders laat zien in Engeland. (Foto: collectie Bill Moss).
Een foto uit de collectie van piloot Arthur F. Moss, die het opstijgen van gliders laat zien in Engeland. (Foto: collectie Bill Moss). Foto: Collectie Bill Moss

PILOOT ARTHUR F. MOSS VAN WACO-ZWEEFVLIEGTUIG VERBLEEF VIER WEKEN IN KAMPINA

'Your son has been reported missing in action'

MARC CLEUTJENS

De brief van majoor-generaal J.A. Ulio zal op 13 november 1944 als een bom zijn ingeslagen in huize Moss aan 1644 Fletscher Street in Chicago. De ouders van piloot Arthur F. Moss kregen - net als veel ouders in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog - het droeve bericht dat hun zoon boven Nederland vermist was. Maar terwijl overzee gevreesd werd voor het leven van Moss, bleek hij kerngezond te verblijven in natuurgebied Kampina bij Boxtel, samen met ruim honderd andere Airbornes die met hun zweefvliegtuigen deel hadden genomen aan operatie Market Garden. Zijn naam prijkt, met die van de andere bemanningsleden, op het zaterdag onthulde monument aan de Mijlstraat.

'Your son, Flight Officer Arthur F. Moss, T000835, Air Corps, has been reported missing in action over Holland since 23 September 1944'. Het staat er zo kil, in de brief van majoor-generaal Ulio, gestuurd vanuit het War Department in Washington. In een uitgebreide brief worden Moss' ouders geïnformeerd over de juridische betekenis van de term 'missing in action' en kunnen ze lezen dat dit niet betekent dat het lot van hun zoon bezegeld is. Het leger belooft te blijven zoeken. Pas aan het einde van de brief komt er ook een woord van troost: 'Permit me to extend to you my heartfelt sympathy during this period of uncertainty'.

ONTKOPPELEN

Het verhaal over Arthur F. Moss begint op 23 september 1944, als hij als piloot van een glider ofwel zweefvliegtuig opstijgt van een luchtmachtbasis van de Royal Air Force in Langar, Engeland. Aan boord bevinden zich naast Moss negen bemanningsleden, te weten een navigator en acht soldaten. Ze worden ingezet in de operatie Market Garden, die bedoeld is om een grote aanval op het Duitse leger in Nederland te starten. Veel gliders bereiken de van tevoren aangewezen landingsplaatsen niet. Ze storten neer door zwaar Duits afweergeschut of moeten vanwege een gebrek aan thermiek noodgedwongen eerder landen.

Rond 16.20 uur vliegt de glider boven Boxtel als de Duitse bezetter het toestel met zwaar artilleriegeschut onder vuur neemt. ,,Na zwaar machinegeweervuur, verschillende granaatinslagen in de vleugels en beschadiging van het controlepaneel was de glider niet meer in staat verder te vliegen", vertelt Arthur F. Moss in zijn dagboek, dat door zoon Bill ter beschikking is gesteld. ,,De snelheid waarmee we werden voortgetrokken was te hoog voor ons beschadigde toestel en daarom besloot ik te ontkoppelen." Moss vervolgt: ,,Hoewel het toestel moeilijk onder controle te houden was, was het een succesvolle landing waarbij het niet verder beschadigd werd."

Met de bemanning was het minder goed gesteld, zo blijkt uit het dagboek. ,,Vijf van onze mensen waren in de lucht geraakt, waarvan vier ernstig", schrijft Moss. ,,Eentje had een zware hoofdwond, drie anderen waren in de rug geschoten. De vijfde had een kleine schotwond in de hand." Kort na de landing, even ten zuiden van Boxtel in de buurt van de Brede Heide en de Mijlstraat, wordt het toestel opgemerkt door twee Duitse soldaten. ,,Ze gingen er meteen vandoor om versterking te halen. Wij verborgen ons in de bossen en werden snel daarna verstopt door de leden van de ondergrondse." Het vliegtuig, dat eigenlijk door de Amerikaanse bemanning vernietigd had moeten worden, wordt later door de Duitse bezetters in brand gestoken.

NAAR HET BOS

Hoe ging het verder met Arthur F. Moss en zijn mannen John B. Alma, Grover L. Porter, Nestor Lemoine jr., Mervin E. Stomberg, Stanley F. Sulima, Drebon H. Davis, Leslie W. Shuler, Joseph A. Mater, Dewey J. Mitchell en Werber J. Fichtner? Uit Moss' dagboek blijkt dat politieagent Schuurmans, die ook genoemd wordt in de bekende oorlogsboeken van wijlen amateurhistoricus Gied Segers, een voorname rol speelt in het verbergen van de tien airbornes. Schuurmans, die woonde aan de Stationsstraat 95 in Boxtel, is snel ter plaatse bij de glider en neemt de bemanning, onder wie dus vijf gewonden, mee naar een bos. ,,Later kwam hij terug met voedsel en medische verzorging voor de gewonden van onze crew", schrijft Moss.

Daags na de noodlanding krijgt Moss in het bos bezoek van Louis Katan, een joodse inwoner van Boxtel die een nadrukkelijke rol speelde in de verzetsbeweging en hulp bood aan onderduikers. Katan had ook voedsel bij zich en maakt een plan om vanuit Boxtel een hulplijn op gang te brengen. Ook wordt Mervin Stomberg naar Boxtel gebracht omdat hij een ernstige hoofdwond heeft die niet ter plaatse verzorgd kan worden.

Uit de boeken van Segers blijkt dat Stromberg tot 15 oktober werd verzorgd in woningen. Eerst verbleef hij op de hooizolder van de familie Van den Heuvel-Maas aan het Kinderbos, waar hij regelmatig werd bezocht door dokter Hoek. Verzetsman Roel Dekker besloot Stromberg na enkele dagen over te plaatsen naar het huis van de weduwe M. van Zeeland-Hazenberg die woonde op het adres Molenstraat 94. Daar kon hij beter verzorgd worden en werden spannende momenten beleefd toen het huis werd gevorderd voor inkwartiering van Duitse soldaten. Door te wijzen op haar ernstige zieke zoon, die boven in bed lag, hoefde de weduwe Van Zeeland slechts één slaapplaats aan de Duitsers aan te bieden. Voordat de Duitse logé arriveerde, werd Stomberg te voet naar de Kampina gebracht.

Daar, diep verborgen in de bossen rondom het Meeuwenven, verbleven toen ruim honderd voornamelijk Amerikaanse airbornes. Ook Moss was daar met de andere acht manschappen uit de neergehaalde glider. Ze waren op 26 september, twee dagen na de noodlanding, onder aanvoering van hulpagent van politie Sjef de Jong - in het dagboek aangeduid als De Young – naar de Kampina gebracht. ,,Daar troffen we ook de 32 mannen die elders in Boxtel terecht waren gekomen", schrijft Moss. Het ging om Amerikaanse manschappen die afkomstig waren uit een zweefvliegtuig dat neerkwam nabij de Helweg, tussen Boxtel en Esch.

BROOD BAKKEN

De namen van alle verzetsmensen die de Airbornes in de Kampina hielpen, staan op het monument dat enkele jaren geleden werd onthuld aan het Verzetslaantje, aan de rand van het natuurreservaat. Een van de namen is van bakker Wout van de Laar, die een winkel had op de hoek van de Rechterstraat en de Kruisstraat. Van de Laar komt ook voor in het dagboek van Moss, die beschrijft hoe de bakker van Boxtel '32 days in a row' brood bakte voor de ondergedoken militairen.

Volgens Walter van de Laar, zoon van de bakker, deed zijn vader dat op verzoek van verzetsman Grard van der Meijden, die een leidende rol had in de Boxtelse ondergrondse. De omstandigheden waren niet eenvoudig voor de bakker omdat hij onderdak moest bieden aan Duitse militairen, die in het huis waren ingekwartierd. Van de Laar vertelt dat vader eigenlijk niet zo dapper was, maar veel steun kreeg van zijn vrouw Mathilde. ,,Mijn moeder was een vluchteling die in 1918 op 12-jarige leeftijd vanuit België naar Nederland kwam en al een oorlog had meegemaakt", vertelt Van de Laar. ,,Ik weet dat ze onder meer revolvers verborg onder de dakpannen van ons huis."

Hoe Arthur F. Moss de dagen in de Kampina beleefde, heeft hij voor zover bekend nooit opgeschreven. Ook zijn zoon Bill weet niet hoe zijn vader deze oorlogsdagen in Boxtel ervoer. Het dagboek gaat verder op 24 oktober 1944, als de Airbornes vanuit de Kampina oprukken naar Boxtel en de gemeente bevrijden, nog voordat de Engelse bevrijdingslegers de komgrenzen bereikt hebben. Omdat de Engelsen een dag later pas in Boxtel arriveerden, wordt steevast gesproken van de 'dubbele bevrijding' van Boxtel. Van bevrijding was trouwens amper sprake. De Duitse bezettingsmacht had Boxtel bij aankomst van de Airbornes al verlaten, zo schrijft Moss.

NAAR ENGELAND

Hoe verging het de Amerikaan na 24 oktober? Kennelijk was er geen gelegenheid om het thuisfront te informeren, gelet op de datum waarop zijn ouders in Chicago werden bericht over zijn vermissing (13 november 1944). Zelf schrijft Moss dat hij zich op de dag van de bevrijding van Boxtel naar de Engelse linies begaf en terugkeerde naar Engeland. ,,Via Eindhoven, Brussel, Oostende en Southampton gingen we naar Londen, dat we op 31 oktober bereikten."

Daar bleef hij tot het einde van de Tweede Wereldoorlog als lid van de Air Force Reserve, een reservistenkorps. Sinds de mobilisatie was Moss lid van het Army Air Corps, dat na 1947 de US Airforce wordt genoemd. ,,Mijn vader bleef lid van de Air Force Reserve tot zijn pensionering in het midden van de jaren zestig", vertelt zoon Bill Moss vanuit Californië. ,,Hij was een begenadigd schutter en deed als pistolshooter mee aan de Airforce-competition."

Over de oorlog vertelde Arthur F. Moss nooit meer, ook niet op zijn sterfbed. Zelfs zijn echtgenote, die ook in 1993 overleed, was volgens zoon Bill niet op de hoogte van de belevenissen die haar man tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa had beleefd. Wel had ze beslist enige kennis over zijn ervaringen; als verpleegster was ze ook werkzaam in het Amerikaans leger en werkte ze gedurende de oorlog in Engeland. Niet ondenkbaar is dat ze elkaar snel na 31 oktober 1944 weer begroet hebben. Maar ook dat is niet bekend...

Walter van de Laar heeft alle foto's en documenten bekeken die Bill Moss naar Brabants Centrum heeft gestuurd om dit artikel te kunnen schrijven. Opvallend is een foto van het gezin Van de Laar die Walter nooit eerder heeft gezien, maar die in de jaren vijftig naar de familie Moss werd gestuurd. ,,En ik ontdek aan het handschrift dat ik ook deze kerstkaart heb geschreven", zegt de dichter die nu in Nijmegen woont. ,,Mijn ouders konden geen Engels en ze hebben mij waarschijnlijk gevraagd een nieuwjaarswens te sturen. 'We are very glad that you still remember us. We are all in the best health and we hope the same of you', schrijft de jonge Walter in 1949. Er staat ook een gedichtje bij:

'Waar liefde woont gebiedt de Heer zijn Zegen

Daar wordt zijn Heil verkregen

Denkt hieraan in het Nieuwe Jaar

En weest gelukkig met elkaar.'

Dit artikel verscheen eerder in oktober 2009 in Brabants Centrum en wordt op veler verzoek opnieuw en geactualiseerd gepubliceerd. Het is de weerslag van interviews met Bill Moss en Walter van de Laar en literatuuronderzoek. Meer actuele gegevens staan in het boek Kampina Airborne van Peter van der Linden.

Afbeelding
Arthur F. Moss, op twee foto's uit de collectie van zoon Bill Moss. Links op een staatsieportret, rechts als piloot, mogelijk gefotografeerd in Boxtel. (Foto's: collectie Bill Moss).