BOXTELSE CANTORIJ WEER EENS TE GAST IN... BOXTEL
Heerlijkheid bepaalt Bloedmirakelse Avond
De jaarlijkse Bloedmirakelse Avond is met recht een ingetogen maar tevens onmisbare prelude op de Heilig Bloedviering in Boxtel geworden. Gisteravond stroomde de protestantse kerk aan de Clarissenstraat vol voor een lezing over de Heerlijkheid Boxtel door pater Hans de Visser en een optreden van de Boxtelse Cantorij.
Vooral het optreden van de Boxtelse Cantorij was bijzonder. De zanggroep onder leiding van oud-Boxtelaar Wil Barten is immers vernoemd naar de gemeente waar ze ooit is ontstaan, maar zo heel vaak is de zanggroep hier niet te beluisteren. Dat werd goedgemaakt met de vertolking van zestien composities, onder meer van Landini, Ciconia, Tallis en Pietkin.
Maar ook werken die zijn toegespitst op de Heilig Bloedviering klonken in het kerkje. Zoals 'De omgestoten kelk' waarvan de tekst werd geschreven door deken Lauwerijs van Hoogstraten. Daarnaast klonk 'Sancte Willibrorde', een compositie van dirigent Barten uit 2004.
De oud-Boxtelaar legde de basis voor de Cantorij in 1969. Het koor is uitgegroeid tot een gezelschap met nationale bekendheid dat bovendien al zeventien keer optrad in de kathedraal van Canterbury. Tijdens de Bloedmirakelse Avond waren enkele Boxtelse stemmen te horen, van Hans van Liempt en Jos Vervoort.
Pater De Visser vertelde in zijn lezing over de heren van Meerheim, die drie generaties lang de scepter zwaaiden in middeleeuws Boxtel. De Visser slaagde erin een passende link te leggen tussen de heren van Boxtel en het bloedmirakel dat ergens voor 1380 zou hebben plaatsgevonden.
De lezing was gebaseerd op het eerder verschenen boek 'Boxtel, een heerlijkheid tussen twee heren' waarin de auteur grondig ingaat op de bijzondere politieke en bestuurlijke ontwikkelingen in de heerlijkheid Boxtel in de Middeleeuwen. De leenbrief van keizer Karel IV werd uitgebreid toegelicht.
Die leenbrief, gedateerd 29 april 1356 en dus in dezelfde periode van het bloedmirakel, was een waardevol document voor Diederick I van Meerheim die ervoor zorgde dat Boxtel niet werd meegesleurd in een successieoorlog in het hertogdom Brabant. Boxtel werd immers een rijksleen en viel niet onder de hertog maar onder de keizer. ,,Een slimme zet van Diederick", aldus De Visser.
