Afbeelding
Foto: Marc Cleutjens

ROEL MANDERS WIL AMERIKAANSE BEMANNING EREN

Monument voor Airbornes in Kinderbos

MARC CLEUTJENS

De Kampina Airborne Memorial Group wil aan de Mijlstraat in Lennisheuvel een klein monument oprichten ter nagedachtenis aan de bemanning van een Amerikaans zweefvliegtuig dat hier op 23 september 1944 noodgedwongen moest landen. Boxtelaar Roel Manders is de initiatiefnemer van het plan, dat gisterochtend is beoordeeld door de welstandscommissie. De bemanning van het toestel slaagde er met hulp van het Boxtels verzet in om onder te duiken in de Kampina.

De Kampina Airborne Memorial Group bestaat uit een aantal enthousiaste kenners van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog die zich verdiept heeft in de verwikkelingen rond Market Garden. Al enkele jaren op rij werden nabij de Kampina bivaks gehouden en werden educatieve wandelingen uitgezet waarbij het publiek werd geïnformeerd over de gebeurtenissen rond Boxtel in september en oktober 1944.

Het idee om een monument in de berm nabij het Kinderbos te plaatsen, komt van Manders die daarmee een blijvende herinnering wil plaatsen voor de bemanning van een Waco of Glider. Dat was een ongemotoriseerd zweefvliegtuig met een aantal soldaten aan boord dat op een vooraf bepaalde plek nabij Nijmegen moest landen. Vanwege Duitse luchtafweer moest piloot Arthur F. Moss uit Chicago zijn Waco op 23 september ontkoppelen en koos hij voor een noodlanding in een weiland nabij Lennisheuvel.

STEPPING STONES

Manders heeft een ontwerp geschetst van het kleine monument, dat ongeveer een meter hoog is waarop een plaquette met inscriptie wordt bevestigd. Daarop komen de namen van alle bemanningsleden te staan, evenals de wapens en herkenningstekens van de militaire onderdelen. De soldaten aan boord waren van het 82e Airborne Division, piloot Moss was verbonden aan de USAAF. ,,Bij de landing was een soldaat gewond vanwege luchtafweer, maar hij kon op de grond verzorgd worden", weet de Boxtelaar.

Hij vertelt al enkele jaren met het idee rond te lopen om een monument op te richten voor de bevrijders. ,,Sterker nog, als Kampina Airborne Memorial Group hebben we het plan om op meer plekken waar Gliders vroegtijdig landden een herkenningsteken te plaatsen. Het zouden stepping stones kunnen zijn, die met elkaar verbonden kunnen worden. Hierdoor ontstaan wandelroutes die allemaal richting Kampina zouden kunnen leiden, de plek waar meer dan honderd Airbornes door het Boxtelse verzet zes weken lang werden verscholen."

Manders wil hiermee bereiken dat het verhaal van de Airbornes ook voor toekomstige generaties bewaard blijft. ,,Het plaatsen van een monumentje aan de Mijlstraat zie ik als een startpunt van iets veel groters. Door meer monumenten te plaatsen, willen we als Kampina Airborne Memorial Group bereiken dat een mooie route ontstaat die voert langs plekken waar in 1944 oorlogsavonturen zijn beleefd. De gedenktekens kunnen bijdragen aan het toerisme in Het Groene Woud."

DAGBOEK

Brabants Centrum schreef in 2009 uitgebreid over de gebeurtenissen rond het toestel van piloot Moss. Het artikel was onder meer gebaseerd op dagboekfragmenten, die ter beschikking werden gesteld door Moss' zoon Bill. Diens vader en de bemanningsleden John B. Alma, Grover L. Porter, Nestor Lemoine jr., Mervin E. Stomberg, Stanley F. Sulima, Drebon H. Davis, Leslie W. Shuler, Joseph A. Mater, Dewey J. Mitchell en Werber J. Fichtner werden als eerste ontdekt door politieman Schuurmans, die hulp haalde. Onder meer dokter Hoek werd ingeschakeld om enkele gewonden te verzorgen.

Daags na de noodlanding kreeg Moss in het bos bezoek van Louis Katan, een Joodse inwoner van Boxtel die een nadrukkelijke rol speelde in de verzetsbeweging en hulp bood aan onderduikers. Katan had ook voedsel bij zich en maakt een plan om vanuit Boxtel een hulplijn op gang te brengen. Ook werd Mervin Stomberg naar Boxtel gebracht omdat hij een ernstige hoofdwond had die niet ter plaatse verzorgd kon worden.

INKWARTIERING

Uit de boeken van wijlen Gied Segers blijkt dat soldaat Stromberg tot 15 oktober werd verzorgd in woningen. Eerst verbleef hij op de hooizolder van de familie Van den Heuvel-Maas aan het Kinderbos, waar hij regelmatig werd bezocht door dokter Hoek. Verzetsman Roel Dekker besloot Stomberg na enkele dagen over te plaatsen naar het huis van de weduwe M. van Zeeland-Hazenberg die woonde op het adres Molenstraat 94. Daar kon hij beter verzorgd worden.

In de bossen rondom het Meeuwenven, verbleven later ruim honderd voornamelijk Amerikaanse Airbornes. Ook Moss was daar met de andere acht manschappen uit de neergehaalde Glider. Ze waren op 26 september, twee dagen na de noodlanding, onder aanvoering van hulpagent van politie Sjef de Jong - in het dagboek aangeduid als De Young – naar de Kampina gebracht. ,,Daar troffen we ook de 32 mannen die elders in Boxtel terecht waren gekomen", schrijft Moss. Het ging om Amerikaanse manschappen die afkomstig waren uit een zweefvliegtuig dat neerkwam nabij de Helweg, tussen Boxtel en Esch.

BEVRIJDING

Hoe Arthur F. Moss de dagen in de Kampina beleefde, heeft hij voor zover bekend nooit opgeschreven. Ook zijn zoon Bill weet niet hoe zijn vader deze oorlogsdagen in Boxtel ervoer, zo vertelde hij in 2009. Het dagboek gaat verder op 24 oktober 1944, als de Airbornes vanuit de Kampina oprukken naar Boxtel en de gemeente bevrijden, nog voordat de Engelse bevrijdingslegers de komgrenzen bereikt hebben. Omdat de Engelsen een dag later pas in Boxtel arriveerden, wordt steevast gesproken van de 'dubbele bevrijding' van Boxtel. Van bevrijding was trouwens amper sprake. De Duitse bezettingsmacht had Boxtel bij aankomst van de Airbornes al verlaten, zo schrijft Moss.

Historicus Peter van der Linden uit Oisterwijk reconstrueerde de gebeurtenissen rond de Glider van piloot Moss uitgebreid in zijn boek 'Kampina Airborne' dat in 2012 verscheen.

FOTO BOVEN: Een foto uit de collectie van piloot Arthur F. Moss toont het opstijgen van enkele zweeftoestellen op de Engelse luchtmachtbasis Langar. (Foto's: collectie Bill Moss/archief Brabants Centrum).

Piloot Arthur F. Moss uit Chicago landde met zijn Waco-glider op 23 september 1944 in een weiland aan het Kinderbos nabij Lennisheuvel.