Afbeelding
Foto: Marc Cleutjens

Stapelen

Met bezorgdheid las ik vorige week de artikelen in de kranten over de ontwikkelingen rondom plan Stapelen. Het begon als de wens om het prachtige park Stapelen, met zijn kasteel, meer open te stellen voor de gemeenschap zodat ook onze toekomstige generaties er van kunnen blijven genieten. Tot zover zou je zeggen: 'mooier kan haast niet'. Inmiddels, twee jaar later, zijn drie kampen ontstaan.

De paters: sinds honderd jaar zorgen zij voor behoud en onderhoud. Zij willen de inwoners van Boxtel het park en kasteel 'teruggeven'. Dat moet natuurlijk wel ergens van betaald worden en dus bedachten de paters een plan om drie woontorens te bouwen met parkeerkelder. Hiervoor moet het voormalig zusterhuis gesloopt en een deel van het park opgeofferd worden.

De omwonenden: zij zien het plan van de paters van openstelling, rust, natuur, kunst en cultuur, helemaal zitten. Er worden al vele activiteiten georganiseerd en met succes. Maar de omwonenden maken zich ook ernstige zorgen. Is het wel echt nodig om zulke massale hoogbouw te realiseren? Of zijn er alternatieven te bedenken? Wordt dit niet weer een 'spijtachterafproject', waarvan we er in Boxtel al vele hebben?

Dan is er nog de gemeente Boxtel: of is die in deze de lachende derde? Die wel het grondstuk wat daarmee gemoeid is tot bouwgrond wil verklaren, maar verder geen cent wil investeren en er geen enkele verantwoordelijkheid voor wenst te dragen. Ook de gemeente vindt het een mooi plan: het sluit aan bij de natuurhistorische as en de woonvisie. Ze pronkt met wat zij nu de parel van Boxtel noemt. Wel de lusten, niet de lasten dus.

Wat zou er mooier zijn als deze drie partijen met elkaar om de tafel gingen zitten en (vooral) open en eerlijk hun zorgen kenbaar maken? Want willen we niet allemaal hetzelfde? Het doel is toch voor iedereen: een park waar men straks (en nu al trouwens) heerlijk kan wandelen, genieten en elkaar kan ontmoeten tijdens vele mooie activiteiten. Geen project dat beheerst wordt door macht, geld en ego's maar één met ruimte voor samenwerking en vertrouwen in elkaar. Een project waar we met zijn allen trots op zullen zijn. Wie denkt er mee?

        I. SANDERS