Afbeelding
Foto: Annelieke van der Linden

Meters maken

De beste manier om een stad of dorp te verkennen, is door er een rondje hard te lopen. Althans, zo denk ik erover. Des te opvallender dat ik, op de Paasloop van atletiekvereniging Marvel na, nooit eerder in het verspreidingsgebied van Brabants Centrum heb gelopen, ondanks dat ik er alweer ruim vier jaar aan het werk ben. In gedachten zag ik mezelf natuurlijk wel door het landschap sjokken: op weg naar klussen voor de krant heb ik in al die jaren allerlei leuke plekjes ontdekt. Wat te denken van het Smaldijkje, de verbindingsweg tussen Boxtel en Esch waar vooral middelbare scholieren gebruik van maken of door De Geelders, langs de recent geplaatste schutskooi?

Enfin, het moest er maar eens van komen. En terwijl ik op een vrije middag mijn eerste meters maak door park Molenwijk, langs het Leijsenven (ook zo'n prachtige plek..), bedenk ik me dat hardlopen behoorlijk wat raakvlakken heeft met werken bij een krant.

Als sporter stel je jezelf meerdere doelen per jaar. Zo liep ik dit jaar mijn eerste halve marathon. Aan zo'n wedstrijd neem je meestal niet ongetraind deel. Iedereen werkt op zijn eigen manier naar een wedstrijd toe, maar in het trainingsschema zijn meestal twee elementen opgenomen: een duurloop- en intervaltraining.

Tijdens lange duurlopen train je je uithoudingsvermogen. Langzaam merk je dat je beter wordt op langere afstanden, maar daar moet je tijd in investeren. Net als bij het opbouwen van een netwerk. Mensen weten je steeds beter weten te vinden, daar komen ook interessante verhalen uit voort. En net zoals je goed moet luisteren naar je lichaam, moet je ook je ogen en oren als redacteur goed openhouden. Iemand kan terloops heel interessant nieuws naar buiten brengen…

Intervallen, waarbij je wandelen en hardlopen afwisselt, is bedoeld om je snelheid op te krikken. Hollen en weer stilstaan, ook dát is de krant. Heb je tijdens het redactieoverleg op maandagochtend de onderwerpen doorgenomen, een dag later is alles alweer achterhaald vanwege nieuws dat tussendoor komt. En als je het ook maar in je hoofd haalt om achterover te leunen, dan word je onmiddellijk afgestraft. Door een autobrand bijvoorbeeld, of een persgesprek…

En dan is het zover: de wedstrijd staat voor de deur. Je weet dat je er klaar voor bent en gaat van start. Terwijl je met duizenden mensen meters maakt, zien honderden toeschouwers je voorbijkomen. Je zwaait naar bekenden, zij juichen hard en zijn trots op je. Brabants Centrum valt wekelijks bij duizenden mensen op de mat. Ook zij zijn in feite een soort toeschouwers: zij moedigen ons wekelijks aan een fijne krant te maken.

En dan is daar ein-de-lijk de finish. En terwijl je staat uit te hijgen, denk je: ik heb het toch maar weer geflikt. Het gevoel dat we bij Brabants Centrum wekelijks delen: we hebben het toch maar weer geflikt, het is weer een mooie krant geworden. Een dag later is het vizier alweer gericht op de volgende wedstrijd/editie. Nieuwe doelen, nieuwe kansen en weer meters maken.

PS: Hardlopen en werken kunnen natuurlijk ook perfect gecombineerd worden. Lopend interviewen, dat lijkt me wel wat!

Annelieke van der Linden is journalist bij Brabants Centrum.