What's Up Dinja?
De rubriek 'What's Up' richt de schijnwerper op jongeren en wat hen bezighoudt.
Hoe heet je? ,,Ik ben Dinja Strik, twaalf jaar oud en zit in groep 8 van De Hobbendonken van juf Els en juf Ine. Als lid van de jeugdraad van elf heb ik de afgelopen dagen veel lol beleefd tijdens de Kleine Eendentrek en de feesten in jeugdhofpaleis de Kwekpoel. Ook de bezoekjes aan de woonzorgcentra en het verpleeghuis Liduina waren best bijzonder. Heel mooi om te zien hoe de ouderen ervan genoten. Jammer dat het alweer voorbij is. Carnaval zou eigenlijk een maand moeten duren."
Jij hebt de gedichtenwedstrijd gewonnen die prins Donald had uitgeschreven. Hoe voelt dat? ,,Echt heel fijn. De prins kwam vrijdag op school vertellen dat ik samen met tien andere leerlingen genomineerd was. Op dat moment had ik al een voorgevoel dat ik een kansje maakte op de eerste plaats. Na de sleuteloverdracht zei de prins zaterdagmiddag dat de winnaar uit de jeugdraad kwam. Toen bleven er maar twee kandidaten over: ik en Renee, een ander meisje dat ook een mooi gedicht had gemaakt. Dat was wel even spannend natuurlijk."
Uiteindelijk mocht jij als winnares naar voren komen, kreeg je een medaille en las de prins jouw inzending voor. Wat gebeurde er daarna? ,,Ik werd gefeliciteerd door de andere leden van de raad. Juf Ine was zo blij dat ze mijn moeder Imca om de nek vloog, hahaha. Ik had al zin in de jeugdoptocht, maar als winnares van de wedstrijd heb ik er extra van genoten. En het was nog lekker weer ook."
Zit er een boodschap in je gedicht? ,,Een beetje wel. Het gaat er niet om wie of wat je bent, carnaval moet je gewoon samen met elkaar vieren. Vandaar de zin: 'Indegat... oh Indegat, nerrugus is ut leuker carnevalle, want carneval dè vierde mè zûn alle.'
Het gehele winnende gedicht van Dinja Strik staat afgedrukt op de speciale fotopagina van de Boxtelse jeugdoptocht: pagina 21.
FOTO RECHTS: Dinja Strik. lid van de jeugdraad van elf, luistert hoe prins Donald IV haar gedicht voorleest bij aanvang van carnaval. In het midden adjudant Mari Huijberts. (Foto: Peter de Koning).