OCB: 'Plan biedt meer parkeerplaatsen voor klanten'
AlgemeenUPDATE: De Ondernemingsvereniging Centrum Boxtel constateert in een voorgenomen zienswijze op het veelbesproken parkeerplan van de gemeente Boxtel, dat in de nieuwe situatie meer parkeergelegenheid ontstaat voor klanten die het winkelhart bezoeken. Het aantal groeit van 100 naar 214 of mogelijk zelfs 227. De OCB streeft uiteindelijk naar 300 parkeerplekken.
De OCB baseert zich in de tellingen op gegevens die beschikbaar zijn gesteld door de gemeente Boxtel. In de huidige situatie, waarin betaald parkeren de hoofdmoot vormt, zijn 100 van de 191 beschikbare parkeerplaatsen 'effectief beschikbaar' voor klanten van winkeliers in het centrum. Voor de andere plekken gelden onder meer ontheffingen; deze wordt dus veelal bezet door niet-klanten.
Het nieuwe parkeerplan laat volgens de OCB zien dat er in 2020 volgens het thans voorgestelde parkeervergunningensysteem 213 centrumparkeerplaatsen beschikbaar zijn voor klanten. Dat komt door het ontstaan van nieuwe parkeerplekken aan de Mgr. Bekkersstraat (80), Zusterpad (25) en de binnentuin van het gemeentehuis (35). De meeste van deze plekken zijn betaald; ze zijn evenwel helemaal beschikbaar voor klanten omdat hiervoor geen ontheffing meer wordt verleend.
Ook in Breukelen groeit het aantal parkeerplekken volgens de huidige plannen (van 30 naar 51). In haar zienswijze geeft de OCB aan niet tegen deze voorstellen in het geweer te komen omdat het aantal (betaalde) centrumparkeerplaatsen aanzienlijk groeit. De OCB geeft aan dat het betaald parkeren liever ingeruild wordt voor een blauwe zone, maar dat deze mening buiten de huidige procedure valt.
De OCB dringt in haar zienswijze wel aan op de plannen voor de Molenstraat, waar in het nieuwe plan 14 betaalde parkeerplekken in beeld zijn voor het vergunningenstelsel. De OCB wil dat ze in het betaald parkeren-regime blijven en zo altijd beschikbaar zijn voor klanten. Samen met de 213 parkeerplaatsen elders in het winkelhart, komt het totaal daarmee op 227.
Voorzitter Filipe van den Borne heeft de zienswijze voorgelegd aan de leden, die gevraagd is hierop te reageren. Afhankelijk van hun reactie wordt besloten hoe de definitieve zienswijze wordt geformuleerd. (Foto: Peter de Koning).